Bangladesh start onderzoek naar de slachting tijdens de paramilitaire muiterij in 2009
Bangladesh heeft een commissie ingesteld om een mislukte paramilitaire opstand uit 2009 en de daaropvolgende onderdrukking te onderzoeken, inclusief de rol van vermeende “buitenlandse” ondersteuners, aldus de hoofdonderzoeker.
De opstandelingen stalen duizenden wapens van de hoofdkwartieren van de Bangladesh Rifles (BDR) paramilitaire eenheid voordat ze in februari 2009 een moordpartij begonnen in de kazernes.
De opstand verspreidde zich snel, waarbij duizenden soldaten wapens in beslag namen en trouw zwoeren aan de opstandelingen.
Het leger verpletterde de opstand, met 74 doden tot gevolg, waaronder 57 legerofficieren. Honderden soldaten kregen straf van speciale militaire rechtbanken, variërend van de doodstraf tot enkele jaren gevangenis, terwijl de Verenigde Naties de rechtsgang bekritiseerden omdat deze niet voldeed aan de basisnormen.
De gewelddadige opstand deed de Zuid-Aziatische natie schudden. Een eerdere officiële enquête gaf de jarenlange opgekropte woede onder soldaten de schuld, die zich genegeerd voelden in hun verzoeken om salarisverhogingen en betere behandeling.
Echter, dat onderzoek vond plaats tijdens de regering van Sheikh Hasina, die in augustus als premier werd afgezet door een revolutie en naar haar oude bondgenoot India vluchtte.
Sinds haar val hebben de families van soldaten die omkwamen in het geweld campagne gevoerd om het onderzoek te heropenen. Ze hebben Hasina – toen net gekozen – herhaaldelijk beschuldigd van het orkestreren van een plan om het leger te verzwakken om haar eigen macht in een land dat gevoelig is voor staatsgrepen te versterken.
Demonstranten hebben ook India’s betrokkenheid bij dat complot beweerd. De beschuldigingen zullen waarschijnlijk New Delhi woedend maken, dat niet onmiddellijk op de beschuldigingen heeft gereageerd.
“We willen vaststellen of enige buitenlandse entiteit betrokken was bij het bloedbad, aangezien beschuldigingen van nationale en internationale samenzwering zijn geuit,” zei commissiehoofd A L M Fazlur Rahman donderdag tegen verslaggevers.
Hasina’s ijzeren heerschappij zou naar verluidt door New Delhi zijn gesteund, en de 77-jarige verblijft nog steeds in India, wat de verslechterende relaties tussen de twee landen verergert.
Op maandag verklaarde Dhaka dat het India had verzocht Hasina terug te sturen om te worden aangeklaagd voor “massamoorden, moorden en misdaden tegen de menselijkheid”.
