Parlementmedewerker aangeklaagd voor het lekken van informatie naar de pers
Een medewerker van het administratieve comité van de Tweede Kamer wordt vervolgd voor het lekken van gevoelige informatie naar de pers. De vrouw heeft haar geheimhoudingsplicht geschonden, wat strafbaar is volgens het Openbaar Ministerie (OM). Het betreft informatie over een onderzoek dat het administratieve comité wilde uitvoeren naar de voormalige voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib.
Het administratieve comité, in het Nederlands het Presidium genoemd, bestaat uit de voorzitter van de Tweede Kamer en een aantal plaatsvervangende voorzitters die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken en procedurele zaken binnen de organisatie. Op 3 oktober 2022 werd er een lek gemeld door de dagelijkse leiding van de Tweede Kamer. Een onderzoek door de Nationale Recherche heeft aangetoond dat journalisten op 28 september informatie hebben verkregen die nog niet officieel was gemaakt. Het onderzoek heeft geen aanwijzingen gevonden die erop wijzen dat leden van de Tweede Kamer hierbij betrokken waren, aldus het OM.
Het onderzoek naar Arib werd opgestart door haar opvolger, Vera Bergkamp, na anonieme klachten over grensoverschrijdend gedrag door Arib tijdens haar voorzitterschap. Arib verliet haar functie als Kamerlid voor de PvdA kort na deze klachten.
Arib heeft de zaak voor de rechter gebracht, waarbij ze stelt dat noch de administratieve raad van de Tweede Kamer, noch de leiding van de ambtenaren de bevoegdheid had om een onafhankelijk onderzoek naar het gedrag van een Kamerlid te gelasten. Hoewel er bewijs was ter ondersteuning van anonieme claims over een “sociaal onveilige werkomgeving”, beweerde Arib ook dat ze geen kans kreeg om zich tijdens het onderzoek te verdedigen.
De getuigenis in haar rechtszaak werd in oktober gehoord, en een uitspraak wordt begin volgend jaar verwacht. Arib en haar advocaat hebben de rechtbank gevraagd om het onderzoek onrechtmatig te verklaren.
De advocaten die de Tweede Kamer vertegenwoordigen, hebben in de zaak betoogd dat Arib vier verschillende kansen heeft gekregen om op de beschuldigingen te reageren, en dat ze obstakels heeft gecreëerd die het uiterst moeilijk maakten om haar informatie te geven over de beschuldigingen tegen haar. Tevens werd gesteld dat het geen politieke heksenjacht was, aangezien het Presidium van de Tweede Kamer bestaat uit acht Kamerleden van verschillende partijfracties.