Eerste huizenkopers actiever op de Nederlandse woningmarkt terwijl verhuurders hun exit overwegen
Kopers voor de eerste keer steeds actiever in de Nederlandse woningmarkt
Kopers die voor de eerste keer een woning kopen, zijn steeds actiever op de Nederlandse woningmarkt. Dit komt doordat verhuurders en investeerders hun vastgoed verkopen, vooral in grote steden zoals Amsterdam, Utrecht en Eindhoven. In 2024 steeg het totale aantal woningverkopen aanzienlijk in vergelijking met het voorgaande jaar, dankzij een toename van transacties door kopers die voor het eerst een huis kopen.
Volgens gegevens van het Kadaster werden in 2024 in totaal 206.500 woningen verkocht, wat een stijging van 13 procent betekent ten opzichte van de 182.400 verkopen in 2023. Het laatste kwartaal van 2024 was bijzonder actief, met meer dan 59.900 transacties, een stijging van 19 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2023 en het hoogste kwartaal totaal sinds 2020. Vergeleken met het derde kwartaal van 2024 stegen de transacties met 11 procent.
Het aandeel van kopers die voor de eerste keer een woning kopen, steeg tot bijna 47 procent in het vierde kwartaal van 2024, ten opzichte van 43,5 procent in dezelfde periode in 2023. Gedurende heel 2024 bereikte hun aandeel 46 procent, vergeleken met 43 procent in 2023 en 39 procent in 2022. In het laatste kwartaal van 2024 kochten deze kopers bijna 28.000 woningen, wat een stijging van 27,5 procent betekent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder.
“Investoren die vastgoed verkopen, vooral in grotere steden, bieden kansen voor kopers die voor de eerste keer een woning kopen. Dit zijn vaak betaalbare woningen die zeer gewild zijn,” aldus het Kadaster in zijn kwartaalrapport over de woningmarkt.
In steden zoals Amsterdam, Eindhoven en Utrecht vertegenwoordigden kopers die voor de eerste keer een woning kopen meer dan 60 procent van alle woning aankopen in het vierde kwartaal van 2024. Amsterdam had het hoogste aandeel van 67 procent, gevolgd door Eindhoven en Utrecht met elk 65 procent. In de G4-steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) steeg het aandeel van kopers die voor de eerste keer een woning kopen van 60,5 procent in Q4 2023 naar bijna 65,5 procent in Q4 2024.
In de G40-steden, die ook middelgrote gemeenten omvatten, steeg het aandeel van kopers die voor de eerste keer een woning kopen van 47 procent naar bijna 51 procent in dezelfde periode. In andere delen van Nederland steeg het aandeel van 37 naar 39 procent.
“Investoren verkopen in hoog tempo in stedelijke gebieden, wat een unieke kans biedt voor jonge kopers om de markt te betreden,” zei woningmarktexpert Paul de Vries.
Gegevens van het Kadaster tonen ook aan dat het meest voorkomende type woning dat in Q4 2024 aan kopers die voor de eerste keer een woning kopen werd verkocht, appartementen waren, terwijl vrijstaande woningen met twee verdiepingen het minst verkocht werden.
Prijsontwikkelingen
De gemiddelde woningprijs in het vierde kwartaal van 2024 was 462.000 euro, een stijging ten opzichte van 423.000 euro een jaar eerder. Echter, de prijsstijgingen varieerden tussen kopersgroepen en regio’s. Kopers die voor de eerste keer een woning kopen in de G4-steden betaalden gemiddeld 444.000 euro in het laatste kwartaal, een stijging van 5 procent ten opzichte van Q4 2023. Herhalingskopers in de G4 betaalden gemiddeld 645.000 euro, wat een stijging van 12 procent betekent. Utrecht en Den Haag zagen de scherpste prijsstijgingen onder herhalingskopers.
In andere delen van Nederland betaalden kopers die voor de eerste keer een woning kopen gemiddeld 360.000 euro, wat een jaar-op-jaar stijging van 9 procent weerspiegelt, terwijl herhalingskopers 522.000 euro betaalden, een stijging van 11 procent ten opzichte van een jaar eerder.
Ondanks jaarlijkse stijgingen daalden de gemiddelde woningprijzen in de G4-steden licht tussen het derde en vierde kwartaal van 2024, vanwege een groter aanbod van relatief betaalbare woningen die op de markt kwamen.
In heel Nederland zagen 303 van de 342 gemeenten hogere gemiddelde woningprijzen in Q4 2024 in vergelijking met dezelfde periode in 2023. In 213 gemeenten waren de prijzen ook hoger in vergelijking met Q3 2024.
De grootste prijsstijgingen werden waargenomen in duurdere gemeenten, waar de gemiddelde woningprijzen meer dan 550.000 euro bedroegen. In deze gebieden stegen de prijzen met bijna 15 procent ten opzichte van een jaar eerder. Daarentegen stegen in gemeenten met gemiddelde prijzen onder de 300.000 euro de prijzen met iets meer dan 6 procent.
Het Kadaster wijst een groot deel van de verschuiving op de markt toe aan de activiteit van investeerders. Terwijl verhuurders de markt verlaten, verkopen ze vastgoed aan kopers die voor de eerste keer een woning kopen. Deze trend is vooral zichtbaar in de G4-steden, waar investeerders doorgaans kleinere, betaalbare woningen bezitten en verkopen.
“Kopers die voor de eerste keer een woning kopen, profiteren van de toegenomen beschikbaarheid van woningen die anders in de portefeuilles van investeerders zouden blijven,” zei De Vries.