Zuidelijke Oceaan met lage zoutgehaltes blijft CO₂ absorberen, ondanks klimaatmodelvoorspellingen
Zuidelijke Oceaan Behoudt Capaciteit om CO₂ te Absorberen
Een recent onderzoek van het Alfred Wegener Instituut heeft aangetoond dat de Zuidelijke Oceaan, ondanks klimaatverandering, zijn vermogen om koolstofdioxide (CO₂) te absorberen niet significant heeft verminderd. Dit komt voort uit de unieke eigenschappen van het water in deze regio, dat een cruciale rol speelt in de wereldwijde koolstofcyclus.
De oceanen nemen ongeveer een kwart van alle door mensen veroorzaakte CO₂-emissies op, waarbij de Zuidelijke Oceaan verantwoordelijk is voor ongeveer 40% van deze opname. Deze capaciteit is te danken aan de circulatie van water in de oceaan, waarbij water uit diepere lagen naar de oppervlakte komt, waar het CO₂ uit de atmosfeer absorbeert.
De onderzoekers ontdekten dat laag-zout water in de bovenste laag van de Zuidelijke Oceaan helpt om CO₂ in de diepe oceaan te vergrendelen. Dit proces voorkomt dat het CO₂ snel in de atmosfeer vrijkomt. Het model laat echter zien dat versterkende westenwinden, veroorzaakt door klimaatverandering, steeds meer CO₂-rijk diep water naar de oppervlakte zullen brengen, wat op lange termijn de capaciteit van de Zuidelijke Oceaan om menselijke CO₂ op te nemen zou kunnen verminderen.
Desondanks hebben recente waarnemingen geen afname in deze capaciteit aangetoond. Dr. Léa Olivier, de hoofdauteur van de studie, legt uit dat het diepe water in de Zuidelijke Oceaan, dat normaal gesproken onder de 200 meter ligt, rijk is aan voedingsstoffen en relatief warm is. Dit water bevat een grote hoeveelheid opgelost CO₂, dat lang geleden vanuit de oppervlakte in de diepe oceaan is gekomen.
De studie toont aan dat de opwarming van de aarde en de veranderingen in neerslagpatronen het zoutgehalte van het oppervlaktewater verlagen, wat de stratificatie tussen de verschillende waterlagen versterkt. Hierdoor blijft het CO₂-rijke diepwater gevangen in de lagere laag en kan het niet gemakkelijk naar de oppervlakte stijgen.
Deze dynamiek houdt de CO₂-absorptie capaciteit van de Zuidelijke Oceaan voorlopig intact. Echter, als de stratificatie verzwakt, bestaat het risico dat meer CO₂ naar de oppervlakte komt, wat de rol van de oceaan als CO₂-opslag zou kunnen verminderen. De onderzoekers benadrukken dat het belangrijk is om deze processen in de komende jaren nauwlettend te volgen.
“Onze studie laat zien dat het frisse oppervlaktewater tijdelijk de verzwakking van de koolstofput in de Zuidelijke Oceaan heeft gecompenseerd. Maar dit kan veranderen als de stratificatie verzwakt,” aldus Olivier. “We moeten kijken naar de diepere lagen van de oceaan om een volledig beeld te krijgen van de impact van klimaatverandering.”
In de komende jaren is het plan om deze processen verder te onderzoeken in het kader van het internationale Antarctica InSync-programma, met als doel een beter begrip te krijgen van de effecten van klimaatverandering op de Zuidelijke Oceaan.
