Waarom de Amerikaanse verkiezingen op een dinsdag in november plaatsvinden: Belangrijke informatie in 500 woorden

Waarom vindt de Amerikaanse verkiezing plaats op een dinsdag in november?

Amerikanen gaan op 5 november naar de stembureaus, als onderdeel van een verkiezingstraditie die teruggaat tot het midden van de 19e eeuw. Het Amerikaanse Congres heeft in 1845 een wet aangenomen die bepaalt dat presidenten en vice-presidenten gekozen moeten worden op ‘de dinsdag na de eerste maandag in de maand november’ in het hele land.

In Latijns-Amerika vallen verkiezingen meestal op een zondag. In India kunnen verkiezingen weken duren gezien het enorme grondgebied van het land. En in het Midden-Oosten is zaterdag vaak de belangrijkste dag voor stemprocedures. Maar in de Verenigde Staten worden om de vier jaar de stemmen voor president uitgebracht op de eerste dinsdag na de eerste maandag in november. Dit jaar is daarop geen uitzondering: miljoenen Amerikanen zullen op 5 november stemmen op ofwel de Democratische president Joe Biden, of zijn Republikeinse voorganger, Donald Trump.

Ondanks de lange geschiedenis van het houden van presidentiële verkiezingen in vroeg november, is het minder bekend waarom of hoe deze traditie is ontstaan. Historici beweren dat het allemaal te maken heeft met Amerikaanse boeren. Ja, echt waar.

Voordat we daarop ingaan, is het belangrijk om te weten welk systeem er bestond voordat Amerikaanse presidentiële verkiezingen op één datum nationaal werden gehouden. Tot het midden van de 19e eeuw varieerden de verkiezingsdata per staat, zolang ze maar gepland waren in de weken voordat het Kiescollege in december samenkwam. In 1844 werd de presidentiële verkiezing bijvoorbeeld gehouden over een periode van een maand, van begin november tot begin december.

Sommige critici zeiden dat dit systeem inefficiënt was en maakten zich zorgen dat het houden van stemmen op verschillende data de resultaten kon beïnvloeden. Als Amerikanen zagen dat een presidentiële kandidaat het goed deed in een gebied met vervroegd stemmen, zou dit bijvoorbeeld kunnen leiden tot een beter resultaat voor die kandidaat in andere delen van het land die later stemden.

In 1845 heeft het Amerikaanse Congres daarom een wet aangenomen om een uniforme datum vast te stellen voor de verkiezing van de president en vice-president in alle staten van de Unie. Die datum, zo stelt de wet, zou moeten zijn ‘op de dinsdag na de eerste maandag in de maand november’.

Maar waarom een dinsdag en waarom in november? Hier komen de boeren in beeld. In die tijd waren veel Amerikanen in het jonge land, dat toen minder dan 100 jaar oud was, betrokken bij de landbouw. Eenvoudig gezegd, november werd gekozen omdat het niet viel in het drukke lentezaai-seizoen of de herfst oogst, en het kwam voor de koude wintertemperaturen.

Veel van deze vroege Amerikaanse boeren woonden ook in landelijke gebieden, ver weg van grotere bevolkingscentra waar doorgaans stemmen werd uitgebracht. Dit betekende dat het een dag reizen kon kosten om hun stembureau te bereiken.

De dag van de week voor de verkiezingen werd ook gekozen door een proces van eliminatie. Zondag viel af omdat dit de dag is waarop christenen naar de kerk gaan. Woensdag was doorgaans ‘marktdag’, wanneer boeren hun producten en andere goederen verkochten. Om dezelfde redenen konden zondag en woensdag ook niet als reisdagen worden beschouwd – dus ook het idee om de verkiezingen op maandag of donderdag te houden werd afgewezen.

Daarom was dinsdag de beste keuze. Zo komt het dat de verkiezingen worden gehouden ‘op de dinsdag na de eerste maandag in de maand november’.