Tientallen duizenden kinderen willen naar school maar blijven thuis
Tien duizenden kinderen in Nederland gaan niet naar school, hoewel een groot deel van deze groep dat wel zou willen. Dit blijkt uit onderzoek van de oudervereniging Balans. De vereniging meldt dat het om meer dan 39.000 kinderen gaat, en dat dit een schatting is. Daarnaast hebben 30.000 jongeren de school verlaten zonder diploma, terwijl zij nog steeds onder de leerplicht vallen.
Volgens de oudervereniging zijn er ook kinderen die slechts op sommige dagen naar school gaan en daarom niet in deze cijfers zijn opgenomen. Andere kinderen zouden tijdelijk niet welkom zijn op hun school, terwijl de school hen officieel registreert als “ziek.” Als deze kinderen ook meegerekend worden, zou het totaal oplopen tot bijna 280.000 kinderen die geen volledige opleiding ontvangen. Dit komt neer op één op de negen kinderen in de leerplichtige leeftijd.
Wat betreft de kinderen die slechts op sommige dagen naar school gaan, stelt de oudervereniging dat het gaat om jongeren die extra lessen nodig hebben om de stof te begrijpen, maar die deze ondersteuning niet kunnen krijgen binnen het huidige systeem. “Docenten doen hun uiterste best, maar het onderwijssysteem is niet geschikt voor een grote groep kinderen, en we zien dat zij massaal uitvallen,” aldus de directeur van Balans, Joli Luijckx. De vereniging vertegenwoordigt onder anderen kinderen met dyslexie, ADHD en Asperger.
Balans pleit voor veranderingen in het onderwijssysteem. “Nederland heeft leerplicht. Dit was vroeger logisch om kinderarbeid te voorkomen, maar het is nu gericht op aanwezigheid. We willen naar een recht op onderwijs. Kinderen willen bloeien. Ze hebben de behoefte om te leren, en het onderwijs moet hierbij aansluiten,” zei Luijckx. Een van de ideeën van Balans is dat jeugdwerkers nauwer moeten samenwerken met scholen. “Nu is het vaak zo dat we wachten tot het gedrag van een kind escaleert voordat we iets doen. Eerst is er een probleem op school, dan blijft het kind thuis, en vervolgens krijgt het kind zorg,” voegde Luijckx toe. “We richten ons op de groep die al is uitgevallen, maar dan ben je te laat. We kijken niet naar toekomstige uitvallers. Het helpt als je iets doet wanneer het probleem nog klein is.”
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft aangegeven de specifieke cijfers niet te herkennen, maar wel te erkennen dat dit probleem te veel studenten raakt. “We werken aan een oplossing voor dit probleem. Tegelijkertijd weten we dat dit een langdurig proces is. We willen daarom in gesprek met Balans, maar ook met ouders en jongeren, om meer te horen over het onderzoek en de ervaringen,” aldus het ministerie.