Simulatie toont aan hoe afnames in de calcificatie van koraalriffen de toekomstige koolstofopslagcapaciteit van de oceanen kunnen beïnvloeden
Verbetering van koolstofopname strekt zich uit voorbij de gebieden van koraalriffen. Een team van meteorologen, aardwetenschappers en oceanografen aan de Sorbonne Universiteit, in samenwerking met collega’s van de Université Paris-Saclay en de Université Brest in Frankrijk, heeft een simulatie ontwikkeld die volgens hen laat zien hoe de afname van de calcificatie van koraalriffen de wereldwijde opwarming zou kunnen vertragen.
In hun studie, gepubliceerd in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences, heeft de groep data gebruikt van eerdere voorspellingen over het verlies van koraalriffen door oceaanverzuring om een model te bouwen dat simuleert hoeveel minder koolstofdioxide er uit de oceaan in de atmosfeer zou vrijkomen en de mogelijke impact daarvan op de wereldwijde opwarming.
Vorige onderzoeken hebben aangetoond dat koralen en de riffen die zij in de wereldzeeën bouwen, in gevaar zijn door de toegenomen oceaanverzuring als gevolg van de stijging van koolstofdioxide. Deze verzuring heeft geleid tot verbleking en schaadt het vermogen van koralen om carbonate skeletten te bouwen, die riffen vormen.
Koralen gedragen zich tegengesteld aan landplanten: in plaats van koolstofdioxide op te nemen naarmate ze groeien, stoten koralen het uit terwijl hun calciumcarbonaat-skeletten groeien. Dat koolstofdioxide komt vervolgens aan de oppervlakte, waar het in de atmosfeer wordt vrijgegeven, wat bijdraagt aan de wereldwijde opwarming. Door dit proces wordt verwacht dat het verlies van koraalcaclificatie de oceanen in staat stelt om meer koolstofdioxide op te nemen.
In deze nieuwe inspanning gebruikte het onderzoeksteam bestaande gegevens om een simulatie te creëren die laat zien hoeveel de aarde zou profiteren (met betrekking tot koolstofniveaus alleen) als verschillende percentages van de wereldwijde koralen zouden sterven door verhoogde koolstofdioxide-niveaus in het water.
Het onderzoeksteam ontdekte dat de wereldzeeën tegen 2100 tussen de 1 en 5% meer koolstof zouden kunnen opnemen, op basis van de huidige schattingen van koolstofemissies en het tempo van het afsterven van koralen. Ze ontdekten ook dat dit percentage tegen 2300 zou kunnen toenemen met maximaal 13%.
De onderzoekers wijzen erop dat hun simulatie geen rekening hield met andere factoren die de snelheid van de afname van koralen zouden kunnen beïnvloeden. Ze merken ook op dat het verlies van koralen, hoewel het mogelijk nuttig zou zijn bij het vertragen van de wereldwijde opwarming, catastrofaal zou zijn voor de dieren die onder de riffen leven die ze bouwen, en mogelijk de oceaan zou veranderen op manieren die nog niet zijn ontdekt.