Scholen schakelen over op nieuwe overgangstest vanwege zorgen over eerlijkheid en consistentie

Honderden basisscholen in Nederland stappen dit jaar over op een andere overgangstoets voor hun leerlingen in groep acht. Deze verschuiving is opmerkelijk, aangezien het Ministerie van Onderwijs stelt dat het niet uitmaakt welke van de zes beschikbare toetsen een leerling maakt.

Volgens gegevens verkregen door de Volkskrant van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) groeit de toets van marktleider Cito in populariteit. De toets “Leerling in Beeld” werd 83.275 keer gekozen, vergeleken met 77.767 vorig jaar, wat neerkomt op een stijging van ongeveer 7 procent. Ondertussen zag de “Route 8” toets van A-vision een significante afname, waarbij aanvragen daalden van 21.371 vorig jaar naar slechts 13.736 dit jaar, een daling van 36 procent.

De overgangstoets, die eind deze maand opnieuw wordt afgenomen, verving vorig jaar het eindexamen. Het doel, net als bij het vorige examen, is om het meest passende niveau van het voortgezet onderwijs voor elke leerling te bepalen. Een belangrijke verandering dit jaar is dat het oordeel van de leerkracht niet langer de doorslaggevende factor is; in plaats daarvan is de uitkomst van de toets cruciaal. Bovendien zijn scholen nu verplicht om leerlingen te adviseren op een manier die gelijke kansen bevordert, wat kan betekenen dat het adviesniveau voor bepaalde leerlingen wordt verhoogd.

De verschuiving in voorkeuren door scholen wordt grotendeels gedreven door de resultaten van het vorige jaar. De Cito-toets werd bijvoorbeeld geassocieerd met een hoger aantal aanbevelingen voor leerlingen om naar HAVO/VWO (Nederlandse middelbare scholen) te gaan, wat boven het landelijke gemiddelde ligt. Aan de andere kant leidde de Route 8 vaak tot minder HAVO/VWO-aanbevelingen en meer leerlingen die werden doorgestuurd naar praktijkonderwijs. De Route 8 toets had een hogere inzet in speciale basisscholen.

LEZEN  Organisaties roepen openbare aanklagers op tot onderzoek naar Israëlische inmenging in het Internationaal Strafhof

Het Ministerie van Onderwijs ziet de verschuiving in toetsvoorkeuren niet als een probleem. “Zolang leerlingen hetzelfde advies ontvangen op basis van gelijke prestaties op de verschillende toetsen, is dat prima,” zei een woordvoerder van het Ministerie.

Perceptie van Verschillen

Ondanks de claims van het Ministerie dat het er niet toe doet welke toets wordt gebruikt, lijken schoolleiders te geloven dat de keuze van de toets de uitkomst beïnvloedt. “Scholen reageren op de waargenomen verschillen tussen de toetsen,” zegt Merel Doeser, woordvoerder van de PO-raad, het vertegenwoordigersorgaan voor het primair onderwijs. “Ze verwachten dat dit de kansen voor hun leerlingen zal vergroten.”

De testresultaten van vorig jaar zorgden voor aanzienlijke onrust onder schoolleiders. Velen merkten op dat de resultaten van de overgangstoetsen vaak sterk afweken van de eerdere prestaties van hun leerlingen, soms hoger, soms lager. Er werden zorgen geuit dat er structurele verschillen waren tussen de uitkomsten van de verschillende toetsen.

Het Ministerie van Onderwijs legde uit dat deze discrepanties kunnen worden toegeschreven aan bepaalde types scholen die consequent specifieke toetsen kiezen. Ze stelden ook dat dit niet uit zou moeten maken, omdat alle toetsen voor het eerst genormaliseerd zijn, waardoor ze met elkaar vergeleken kunnen worden.

David Izelaar, directeur van A-vision, het bedrijf achter de Route 8 toets, bevestigt dat de daling in de populariteit van zijn toets waarschijnlijk het resultaat is van teleurstellende resultaten. Hij onderzoekt de oorzaken en suggereert dat de genormaliseerde normen mogelijk niet zo goed werken voor zijn toets. Bovendien geven sommige scholen wellicht de voorkeur aan papieren toetsen, terwijl Route 8 alleen in digitale vorm beschikbaar is, terwijl andere aanbieders beide opties bieden.

LEZEN  Controversiële onderwijsmaterialen verbonden aan de Nederlandse veehouderij

De kosten voor het onderhouden van het multi-toetsysteem bedragen jaarlijks 8,5 miljoen euro, inclusief de ontwikkeling van genormaliseerde normen. Toetsaanbieders ontvangen een half miljoen euro voor het creëren van een toets, plus een bedrag per leerling die de toets maakt. Hierdoor hebben aanbieders een financiële prikkel om scholen aan te moedigen hun toetsen te selecteren.

De kritiek op het multi-toetsysteem groeit vanuit verschillende hoeken. De PO-raad pleit voor één enkele overgangstoets en argumenteert dat het huidige systeem niet het beoogde doel van gelijke kansen bereikt. Leden van de Tweede Kamer hebben ook gepleit voor een terugkeer naar één toets. Een motie voorgesteld door D66 om deze optie te verkennen, werd in december met een brede meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen.

Staatssecretaris Mariëlle Paul (Onderwijs) heeft echter herhaaldelijk benadrukt dat het huidige systeem een breed gedragen politiek verlangen weerspiegelt. Tot 2015 was Cito de enige aanbieder van de eindtoets voor leerlingen in groep acht. De Tweede Kamer vond het belangrijk om Cito’s monopolie te verminderen en scholen meer keuzevrijheid te geven.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *