Ontwikkeling op de juiste manier: Waarom Afrika meer nodig heeft dan alleen goede bedoelingen
Ontwikkeling op de juiste manier: Waarom Afrika meer nodig heeft dan goede bedoelingen
Leiders in Davos zouden geen tijd moeten verspillen aan theoretische discussies, maar zich in plaats daarvan moeten richten op het nemen van concrete stappen om de inclusieve groeia agenda van Afrika te versnellen. De jaarlijkse bijeenkomst van het Wereld Economisch Forum in Davos brengt ’s werelds meest invloedrijke leiders samen met als doel de wereldwijde economische situatie te verbeteren. Dit jaar staat de bevordering van inclusieve en duurzame groei in Afrika opnieuw centraal in de gesprekken. Toch verwarren we vaak discussie met vooruitgang als het om de ontwikkeling van Afrika gaat. Het continent herbergt enkele van de snelstgroeiende economieën ter wereld, maar de gemiddelde groei blijft onder de wereldwijde normen. Deze paradox vraagt om meer dan analyse – het vereist beslissende actie.
Afrika’s potentieel is buitengewoon. Met 60 procent van ’s werelds onbebouwde landbouwgrond, een jonge en dynamische bevolking, en enorme natuurlijke hulpbronnen, heeft het continent alle ingrediënten voor transformerende groei. De vraag is niet of Afrika zich kan ontwikkelen – het is hoe we de obstakels die zijn vooruitgang blokkeren kunnen verwijderen.
Het huidige ontwikkelingslandschap lijkt vaak op een ingewikkeld doolhof van vereisten, rapporten, en tegenstrijdige richtlijnen van honderden instanties. Hoewel verantwoording belangrijk is, verstikt overmatige bureaucratie de vooruitgang. Wat Afrika nodig heeft, is praktische, gerichte investeringen in fundamentele gebieden die economische groei stimuleren.
Neem de energievraag: slechts 50 procent van de 1,37 miljard mensen in Afrika heeft toegang tot elektriciteit. Tegen 2030 moet de investering in de energiesector van Afrika $25 miljard per jaar bereiken om de kloof in energietoegang te dichten, een dramatische stijging ten opzichte van de huidige uitgaven. Maar alleen investeren is niet genoeg – we moeten praktische, eigen oplossingen ontwikkelen. De sleutel is regionale integratie van onze energiebronnen – zo zullen we onze energiecrisis oplossen. Afrika heeft enorme hydro-, zonne- en andere energiebronnen in verschillende regio’s. Als we de juiste energie-mix bedenken en een gezamenlijke stroomvoorziening opzetten, kunnen we het hele continent van energie voorzien via een sterk, veerkrachtig netwerk. Een dergelijke prestatie zou een impact van historische proporties hebben op de ontwikkeling van ons continent.
Evenzo is het onlogisch dat een continent met het grootste deel van ’s werelds landbouwgrond meer dan 280 miljoen ondervoede mensen heeft. Dit is niet te wijten aan een gebrek aan capaciteit. Het is het resultaat van verwaarloosde plattelandsinfrastructuur, gefragmenteerde markten en onderinvestering in landbouwtechnologie. De oplossing vereist strategische investeringen in wegen, irrigatiesystemen en opslagfaciliteiten, samen met beleid dat lokale verwerking en waarde toevoeging aanmoedigt.
Intra-Afrikaanse handel, die slechts 15 procent van de totale handel van het continent uitmaakt, illustreert een andere grote kans. De Afrikaanse Continentale Vrijhandelsovereenkomst (AfCFTA) biedt belofte, maar het succes ervan hangt af van praktische uitvoering – wegen aanleggen, havens moderniseren en handelsbelemmeringen wegnemen. Dit zijn geen revolutionaire concepten, maar bewezen fundamenten van economische ontwikkeling.
De weg vooruit is duidelijk. Ten eerste moeten we ontwikkelingsprocessen stroomlijnen. Afrikaanse landen hebben partners nodig, geen toezichthouders. Ten tweede moeten investeringen in infrastructuur praktisch en onmiddellijk zijn – wegen, energiecentrales en havens die echte economische activiteit mogelijk maken, interconnectiviteit tussen landen bevorderen, en passen binnen een strategische visie voor het hele continent. Ten derde moeten we lokale leiders het vertrouwen geven om prioriteiten te stellen op basis van de werkelijkheid ter plaatse, niet op basis van verre theorieën uit de boardroom.
Onze jongeren, of ze nu in de Maghreb (Noordwest-Afrika), Centraal-Afrika of de Hoorn van Afrika zijn, verdienen onderwijssystemen die hen voorbereiden op de moderne werkplek. De huidige curricula lijken vaak op verouderde assemblagelijnen en zijn er niet in geslaagd studenten uit te rusten met de hulpmiddelen voor hun toekomst. Dit moet veranderen. Evenzo hebben onze gezondheidszorgsystemen gerichte investeringen nodig om sterftecijfers te verlagen en ernstige gezondheidsverschillen op het continent aan te pakken.
Leiders in Davos moeten zich richten op tastbare stappen om de inclusieve groeia agenda van Afrika te versnellen. Het continent heeft geen extra seminars over ontwikkelings-theorie nodig – het heeft praktische, resultaatgerichte ondersteuning nodig die landen in staat stelt om robuuste economieën en samenlevingen op te bouwen.
Dit is niet alleen een aspiratieve gedachte. Het zijn realistische doelen die worden ondersteund door het immense potentieel van het continent. De keuze is duidelijk: doorgaan zoals gewoonlijk, of een ontwikkelingsmodel omarmen dat resultaten boven processen prioriteert. De reactie van de wereld op deze keuze zal niet alleen de toekomst van Afrika bepalen, maar ook de koers van wereldwijde welvaart voor de komende decennia. De tijd voor eindeloze discussies is voorbij – Afrika heeft actie nodig, en het heeft die nu nodig.