Meerderheid van de Nederlanders wil dat de overheid meer aandacht besteedt aan binnenlandse kwesties, blijkt uit enquête
Een meerderheid van de Nederlandse burgers (63 procent) gelooft dat de overheid prioriteit moet geven aan binnenlandse kwesties boven internationale zorgen, volgens een nieuw onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het onderzoek, dat deel uitmaakt van het lopende Continuïteit Onderzoek Burgerperspectieven (COB), onthult dat veel mensen het gevoel hebben dat de balans tussen buitenlands en binnenlands beleid scheef is. Dit sentiment betekent echter niet dat er minder internationale samenwerking gewenst is; de meerderheid steunt nog steeds het lidmaatschap van Nederland in de Europese Unie (70 procent), en slechts 10 procent is voor een mogelijke “Nexit”.
De enquête, die onderzoekt hoe Nederlandse burgers sociale en politieke kwesties waarnemen, onthult drie belangrijke redenen waarom mensen denken dat de regering zich meer op binnenlandse aangelegenheden moet richten. De belangrijkste zorg voor veel respondenten is dat er niet genoeg aandacht is besteed aan het oplossen van interne problemen zoals de woningnood, asielopvang, en de stijgende kosten van energie en boodschappen.
Ten tweede voelen veel Nederlandse burgers dat Nederland meer doet dan andere landen, vooral op het gebied van asiel en klimaatverandering. Dit heeft ertoe geleid dat sommigen het land als “de beste leerling van de klas” bestempelen, een gevoel dat frustratie over de onevenredige last voedt.
Tot slot geloven sommige mensen dat buitenlandse kwesties, met name Europese beleidsmaatregelen, binnenlandse uitdagingen veroorzaken. Europese stikstofregelingen worden bijvoorbeeld als problematisch ervaren voor Nederlandse boeren, en de woningcrisis wordt verondersteld te verergeren door internationale verplichtingen.
Daarentegen stelt 36 procent van de respondenten dat Nederland zich meer op internationale samenwerking moet richten, waarbij zij dit zien als een mogelijke oplossing voor nationale problemen. Voor sommigen is er een moreel argument in het voordeel van Nederland om een actieve rol op het wereldtoneel te spelen, vooral op gebieden zoals CO2-reductie en het bieden van hulp aan ontwikkelingslanden.
Hoewel de voorkeur om zich op binnenlandse aangelegenheden te concentreren niet nieuw is—eerder onderzoek uit 2011 en 2018 toonde vergelijkbare resultaten—is er een merkbare verschuiving in de publieke opinie met betrekking tot defensie en internationale veiligheid. Voor de oorlog in Oekraïne in 2022 was defensie een lage prioriteit, met veel mensen die pleitten voor bezuinigingen op defensie-uitgaven. Sinds het begin van het conflict is echter de vraag naar verhoogde defensiesamenwerking gestegen, met een groeiend aantal mensen (69 procent) dat het eens is dat Nederland gelijkwaardig moet bijdragen aan de Europese defensie- en veiligheidsinspanningen.
De bevindingen van het SCP benadrukken drie belangrijke factoren die de publieke opinie over internationale relaties vormgeven. Ten eerste willen mensen dat hun binnenlandse zorgen erkend en aangepakt worden binnen de bredere context van internationale overeenkomsten, zoals die met betrekking tot klimaat, asiel of defensie.
Ten tweede verlangt het Nederlandse publiek naar eerlijkheid in hoe verantwoordelijkheden en lasten worden verdeeld—zowel onder individuen als tussen landen. Velen geloven dat Nederland meer doet en meer uitgeeft dan andere Europese landen.
Tot slot willen mensen tastbare voordelen zien van internationale samenwerking. Dit omvat economische voordelen, verbeterde veiligheid, en oplossingen voor wereldwijde uitdagingen zoals klimaatverandering, immigratie of pandemieën.
In reactie op deze zorgen streeft de Nederlandse regering ernaar om de publieke paraatheid voor internationale crises te verbeteren en de maatschappelijke veerkracht te vergroten. Josje den Ridder, projectleider bij het SCP, benadrukte dat mensen sinds 2022 zich meer bewust zijn geworden van internationale veiligheid. “Dit maakt het waarschijnlijker dat mensen deze inspanningen nu steunen dan, zeg, vijf jaar geleden,” zei ze. “Echter, de publieke steun hangt ook af van hoe zij de rol van Nederland in vergelijking met andere Europese landen waarnemen. Als zij het gevoel hebben dat Nederland meer doet dan anderen, kan hun bereidheid om internationale samenwerking te steunen of risico’s te delen afnemen. Dit is iets waar de regering in de toekomst rekening mee moet houden.”