Klimaateffect van koolstofcredietprojecten aanzienlijk overschat, analyse toont aan
De rol van koolstofmarkten in klimaatstrategieën
Koolstofmarkten spelen een cruciale rol in de klimaatstrategieën van bedrijven en overheden door de aankoop en verkoop van koolstofcredits mogelijk te maken. Deze credits vertegenwoordigen een specifieke hoeveelheid koolstofuitstoot (CO2) die is verminderd door projecten zoals het voorkomen van ontbossing of het vernietigen van krachtige broeikasgassen. Deze credits helpen organisaties en landen om hun klimaatdoelen te behalen door een deel van hun eigen uitstoot te compenseren.
Betrouwbaarheid van koolstofcredits onder de loep
Een dringende vraag is of deze koolstofcredits daadwerkelijk echte emissiereducties weerspiegelen of dat de geclaimde effecten illusoir zijn. Profiteren deze projecten werkelijk het milieu, of betalen we voor iets dat geen tastbare waarde heeft? Koolstofcreditsystemen stellen projectontwikkelaars in staat om credits te verdienen via emissiereductieprojecten. Echter, verschillende studies hebben zorgen geuit over de ecologische integriteit. Tot nu toe ontbrak een systematische evaluatie.
Een nieuwe meta-studie, gepubliceerd in Nature Communications, analyseert 14 studies die 2.346 klimaatprojecten en 51 studies van vergelijkbare projecten zonder uitgifte van koolstofcredits omvatten. Alle onderzochte studies waren gebaseerd op experimentele of rigoureuze observationele methoden. De analyse bestrijkt een vijfde van het totale volume uitgegeven credits tot nu toe, wat overeenkomt met bijna een miljard ton CO2-uitstoot.
Resultaten van de analyse
De analyse toont aan dat minder dan 16% van de uitgegeven koolstofcredits voor de geëvalueerde projecten daadwerkelijk resulteerde in emissiereducties. Voorbeelden hiervan zijn:
- Bij projecten voor schone kooktoestellen, waarin traditionele fornuizen worden vervangen door schonere versies, correspondeerden de werkelijke emissiereducties slechts met 11% van de uitgegeven koolstofcredits.
- Bij het verminderen van het krachtige broeikasgas SF6 bedroegen de werkelijke emissiereducties slechts 16% van de uitgegeven koolstofcredits.
- Vermeden ontbossing toonde een reductie van 25% aan.
- Het verminderen van het krachtige broeikasgas HFC-23 presteerde relatief goed, met werkelijke emissiereducties van 68%.
Wat betreft windenergie toont de data aan dat de projecten waarschijnlijk ook zonder de verkoop van koolstofcredits zouden zijn uitgevoerd en dat de uitgifte van koolstofcredits niet leidde tot extra mitigatie. Verbeterd bosbeheer werd ook in referentiegebieden zonder toegang tot koolstofcredits in dezelfde mate geïmplementeerd als in gebieden die profiteerden van koolstofcredits.
In projecten die de afvalgassen hydrofluorkoolstof (HFC)-23 en zwavelhexafluoride (SF6) in de industrie vernietigen, laat de data echter zien dat de generatie van afvalgassen toenam wanneer plantoperators in staat waren om koolstofcredits te genereren.
Dringende behoefte aan verbeterde certificeringsregels
Dr. Benedict Probst, hoofd van het Net Zero Lab aan het Max Planck Instituut voor Innovatie en Concurrentie, benadrukt: “Er is een dringende behoefte aan betere regels voor het uitgeven van koolstofcredits. Alle projecttypes hebben te maken met systematische kwaliteitsproblemen, en de kwantificering van emissiereducties moet aanzienlijk worden verbeterd.”
Co-auteur Dr. Lambert Schneider van het Oeko-Institut in Berlijn wijst erop dat er te veel ruimte is bij het berekenen van emissiereducties. “De regels van de koolstofcredietprogramma’s geven projectontwikkelaars vaak te veel flexibiliteit. Dit kan leiden tot onrealistische aannames of het gebruik van onnauwkeurige data, wat resulteert in een overschatting van de reducties.”
De koolstofcredietprogramma’s hebben een bijzondere verantwoordelijkheid om de kwaliteit van de koolstofcredits te verbeteren, geven de auteurs aan. Koolstofcredietprogramma’s zouden hun aanpak bij het beoordelen van projecten en het berekenen van emissiereducties moeten verbeteren om ervoor te zorgen dat deze zijn gebaseerd op conservatieve aannames en de nieuwste wetenschappelijke bevindingen.
Maatschappelijke implicaties van de bevindingen
Volgens de studie hebben de bevindingen ook maatschappelijke implicaties:
- Belangrijke klimaatdoelen staan op het spel: als koolstofcredits niet leiden tot echte emissiereducties, zullen we niet de vooruitgang boeken die we denken te maken in de strijd tegen klimaatverandering.
- Een potentieel vertrouwensprobleem dreigt: overheden en bedrijven vertrouwen op koolstofcredits om aan hun klimaatbelangen te voldoen. Als deze credits ineffectief zijn, kan dit het vertrouwen in koolstofmarkten ondermijnen, die worden gezien als een essentieel hulpmiddel in de strijd tegen de opwarming van de aarde.
- Het vermijden van potentieel greenwashing is cruciaal: sommige bedrijven kunnen ineffectieve koolstofcredits gebruiken om “koolstofneutraliteit” te claimen zonder daadwerkelijk hun uitstoot te verminderen, wat consumenten en regelgevers misleidt.
De studie toont aan dat koolstofmarkten niet de nodige en verwachte impact leveren. Hervormingen zijn dringend nodig om ervoor te zorgen dat koolstofcredietmechanismen werkelijk bijdragen aan het verminderen van klimaatverandering. Als we deze mechanismen niet hervormen, riskeren we klimaatdoelen te missen en bedrijven de schijn te geven milieuvriendelijker te zijn dan ze werkelijk zijn.