Israëlische strijdkrachten doden twee in Zuid-Libanon terwijl ontheemden proberen terug te keren

Israël valt Libanon aan

Israëlische troepen hebben op maandag ten minste twee mensen doodgeschoten en 17 anderen verwond tijdens de tweede dag van dodelijke protesten in Zuid-Libanon, aldus gezondheidsfunctionarissen. Dit gebeurde terwijl ontheemde bewoners, die door de 14 maanden durende oorlog tussen Israël en Hezbollah waren verdreven, probeerden terug te keren naar dorpen waar Israëlische soldaten zich nog bevinden.

De schietpartijen volgden een dag na een incident waarbij 24 mensen omkwamen en meer dan 130 gewond raakten toen Israëlische troepen vuur openenden op demonstranten die wegversperringen langs de grens doorbraken.

Volgens een door de Verenigde Staten bemiddelde wapenstilstand op 27 november, zouden de Israëlische troepen zich uit Zuid-Libanon terugtrekken, terwijl Hezbollah naar het noorden van de Litani-rivier, ongeveer 30 km van de grens, zou verhuizen, uiterlijk op 26 januari.

Ondanks dat het Libanese leger en VN-vredeshandhavers zich al in verschillende dorpen hadden gevestigd voor de deadline, blijven Israëlische troepen in meer dan een dozijn dorpen aanwezig.

De VS en Libanon maakten zondag bekend dat de deadline om aan de voorwaarden van de wapenstilstand te voldoen, is verlengd tot 18 februari.

Op maandag hervatten de protesten, vooral in oostelijke grensdorpen waar bewoners opnieuw probeerden naar huis terug te keren. Israëlische troepen openden het vuur, waarbij één persoon werd gedood in de stad Odaisseh en zeven anderen gewond raakten in vier zuidelijke dorpen, zo meldde het ministerie van Volksgezondheid.

Het Israëlische leger heeft Hezbollah de schuld gegeven van het aansteken van de protesten en verklaard dat soldaten waarschuwingsschoten hebben afgevuurd toen demonstranten naderden.

In het dorp Aitaroun marcheerden maandag tientallen ongewapende bewoners, sommigen met Hezbollah-vlaggen, hand in hand of op motorfietsen, vergezeld door ambulancewagens, bulldozers en Libanese leger tanks. Ze naderden de rand van de stad maar stopten voor de Israëlische posities, omdat ze niet naar binnen konden.

“We komen met opgeheven hoofd en gekroond met overwinning naar ons dorp, Aitaroun,” zei Saleem Mrad, hoofd van de gemeente. “Ons dorp is van ons, en we zullen het mooier terugbrengen dan het ooit was. We blijven hier.”

De officiële Libanese nationale nieuwsagentschap (NNA) meldde dat Israël een bom heeft gedropt bij de ingang van het zuidelijke dorp Yaroun om bewoners ervan te weerhouden verder te gaan.

In de stad Bint Jbeil deelden Hezbollah-leden pamfletten uit met de overleden leider Hassan Nasrallah, die in september bij een Israëlische luchtaanval om het leven kwam, met de woorden: “De overwinning is aangekomen.” Sommige bewoners zwaaiden met Hezbollah-vlaggen.

“Ze denken dat ze ons bang maken met hun kogels, maar we hebben onder het bombardement geleefd, en kogels maken ons niet bang,” vertelde Mona Bazzi aan het nieuwsagentschap.

“Hezbollah is door de oorlog van vorig jaar ernstig verzwakt, maar dit was een boodschap van de groep dat het niet is vernietigd en nog steeds invloed heeft in dit land,” voegde ze eraan toe.

De NNA meldde op maandag dat Libanese “legerversterkingen” nabij Meiss el-Jabal waren aangekomen, een grensplaats waar bewoners zich hadden verzameld om samen met het leger binnen te gaan.

Het nieuwsagentschap voegde eraan toe dat Israëlische troepen “vuur openden in de richting van het Libanese leger” nabij Meiss el-Jabal, hoewel er geen slachtoffers zijn gemeld.

“We hebben urenlang in een lange rij gewacht, maar konden niet naar binnen,” vertelde Mohammed Choukeir, 33, vanuit Meiss el-Jabal, terwijl hij opmerkte dat Israëlische troepen af en toe op burgers schoten die zich bij de ingang van de stad hadden verzameld.

In Hula, waar het ministerie van Volksgezondheid twee verwondingen bevestigde, meldde de NNA dat bewoners erin waren geslaagd naar binnen te gaan nadat het Libanese leger zich over verschillende wijken had verspreid.

Beide zijden hebben elkaar beschuldigd van vertragingen in de uitvoering van de overeenkomst. Israël gaf de Libanese leger de schuld van het niet snel genoeg inzetten in de regio, terwijl het Libanese leger Israël beschuldigde van het vertragen van zijn terugtrekking, wat het inzetten bemoeilijkte.

Op zondag bevestigde het Libanese leger dat het verschillende grensgebieden was binnengetreden, waaronder Dhayra, Maroun al-Ras en Aita al-Shaab.

Sommige familieleden die op zondag grensdorpen binnengingen, ontdekten de lichamen van hun verwanten. Israëlische aanvallen hebben tijdens de oorlog meer dan 4.000 mensen gedood.

Sinds de wapenstilstand zijn er bijna dagelijks operaties uitgevoerd door Israël, zoals huisvernietigingen, beschietingen en luchtaanvallen in Zuid-Libanon, waarbij Hezbollah wordt beschuldigd van het schenden van de wapenstilstand door te proberen wapens te verplaatsen. Libanon heeft op zijn beurt Israël beschuldigd van honderden schendingen van de wapenstilstand.

Israëlische militaire woordvoerder Avichay Adraee herhaalde op maandag zijn oproep aan inwoners van Zuid-Libanon om te “wachten” voordat ze terugkeren.

Hilal Khashan, professor politieke wetenschappen aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet, zei dat hij geen heropleving van groot geweld verwachtte. “Hezbollah wil geen verdere confrontatie met Israël; hun doel is om hun prestaties in Libanon te beschermen,” vertelde hij.