Een Decennium Brexit: Groot-Brittannië Achterop in Handel en Groei
Een decennium na Brexit: Groot-Brittannië blijft achter bij gelijken in handel en groei
Bijna een decennium na het Brexit-referendum is het Verenigd Koninkrijk scherp afgeweken van zijn koers vóór 2016, door een langzame, voortdurende erosie van investeringen, productiviteit en wereldwijde status. Dit blijkt uit een nieuw rapport van het Decision Maker Panel, een onderzoeksinitiatief van King’s College London.
“We schatten dat de Britse economie tegen het begin van 2025 ongeveer 8% kleiner was dan het zonder Brexit zou zijn geweest, op basis van macrodata, en 6% kleiner met behulp van microdata op bedrijfsniveau,” aldus de studie.
De auteurs beschrijven een langdurige periode van politieke onzekerheid en veranderende commerciële regels die beslissingen die normaal gesproken groei stimuleren, bevroor of vertraagde. In plaats van te investeren en aan te nemen, bereidden bedrijven zich voor op de volgende aankondiging of wijziging in handelsvoorwaarden.
In het hele land werden investeringsplannen opzijgezet en werd managementtijd besteed aan risicoanalyses en Brexit-voorbereidingen in plaats van het ontwikkelen van nieuwe producten of het uitbreiden van operaties, aldus de onderzoekers.
“De investeringen worden geschat op 12–18% lager, de werkgelegenheid op 3–4% lager en de productiviteit ook op 3–4% lager dan het zou zijn geweest als het VK niet voor het verlaten van de EU had gestemd,” aldus het onderzoek.
De schade was ook ongelijk verdeeld. De bedrijven die het meest geïntegreerd waren in Europese toeleveringsketens – waaronder veel van de meest productieve exporteurs van het VK – ondervonden de grootste klap, wat sectoren verzwakte die historisch gezien de nationale groei aandreven.
De onderzoekers karakteriseren het vertrek van het VK uit de EU als een soort omgekeerde handelsreformatie, die barrières verhoogde in plaats van deze af te breken, zoals gebruikelijk is in een geglobaliseerde economie.
Desondanks stortten de handelsstromen niet onmiddellijk in na het referendum. Gedurende enkele jaren opereerde het VK onder de bestaande regels, wat de diepere verschuiving maskeerde die aan de gang was. De echte breuk kwam pas toen de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst na Brexit van kracht werd, zonder significante impact daarvoor.
Naarmate het decennium vorderde, begon de prestatie van het VK te dalen ten opzichte van zijn internationale gelijken. De groei bleef achter, de levensstandaard stagneerde en het land viel in de economische ranglijsten.
Het BBP per hoofd van de bevolking in het VK wordt nu geschat op “tussen de 6% en 10% minder dan andere vergelijkbare landen”, wat het VK “rond de 10de percentiel” plaatst onder de geavanceerde economieën.
Het rapport waarschuwt dat veel vroege voorspellingen, hoewel richtinggevend correct, onderschatten hoe lang de onzekerheid zou aanhouden en hoe diep deze in de bedrijfsbesluitvorming zou doordringen.
Wat beleidsmakers ooit beschouwden als een tijdelijke aanpassing, is volgens de auteurs veranderd in een structurele verschuiving die nog steeds door de economie werkt. Samengevoegd beschrijven de bevindingen een Groot-Brittannië dat minder is gevormd door een enkel politiek moment dan door jaren van afgeleide energie, verminderd vertrouwen en verzwakte concurrentiekracht. Bijna tien jaar later vertonen de effecten van Brexit weinig tekenen van vervaging.
