Driekwart van de industriële duurzaamheidsplannen niet haalbaar door beperkingen van het elektriciteitsnet
Driekwart van de duurzaamheidsprojecten van regionale grote industriebedrijven kan voor 2030 niet worden gerealiseerd, grotendeels door beperkingen van het elektriciteitsnet en wachttijden voor vergunningen. Ondanks de traagheid van hun overgang naar meer duurzame energiebronnen, liggen ze nog steeds onder de hoge CO2-belasting voor hun energieverbruik, zo meldt NOS op basis van een studie van de Cluster 6 vereniging – een samenwerking van de betrokken bedrijven, netbeheerders en de overheid.
Het gaat om ongeveer 400 bedrijven buiten de grote industriegebieden die relatief veel energie verbruiken, zoals de papier- en kartonindustrie, glasfabrieken, baksteenfabrieken en de voedingsmiddelenindustrie. Veel van deze bedrijven hebben uitvoerbare plannen gepresenteerd voor duurzaamheidsprojecten en hebben in deze plannen geïnvesteerd, maar kunnen de benodigde elektriciteitsaansluiting niet krijgen omdat er geen ruimte op het net is. Soms moeten ze ook jaren wachten om vergunningen voor hun plannen te verkrijgen.
De regionale bedrijven voelen zich benadeeld ten opzichte van de grote industriegebieden in de havens van Rotterdam, Amsterdam, Delfzijl, Terneuzen en het chemiepark in Geleen. Ze bevinden zich verder weg van de energiehubs en hebben daardoor grotere uitdagingen om duurzamer te worden. Terwijl factoren buiten hun controle hen beletten om hun CO2-uitstoot te verminderen, moeten ze toch de Nederlandse CO2-belasting en de kosten van het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) betalen. Deze factoren ondermijnen de concurrentiepositie van de maakindustrie in de regio en zetten de werkgelegenheid onder druk, aldus Barbara Huneman-Verwayen, een vertegenwoordiger van de regionale industrie.
“Meer dan 200.000 mensen werken in dit soort fabrieken, dus veel gezinnen zijn afhankelijk van deze industrie.” Ze gelooft dat bedrijven die niet duurzamer kunnen worden omdat ze geen elektriciteitsaansluiting kunnen krijgen, zouden moeten worden vrijgesteld van de Nederlandse CO2-belasting. “Bedrijven moeten voorrang krijgen bij de aansluiting op het elektriciteitsnet. Als dat niet mogelijk is, zouden ze in ieder geval niet moeten worden bestraft met een extra belasting.”
