Collectieve afspraken verhogen salarissen met 5,3% vorig jaar, maar lagere loonsverhogingen verwacht in 2025
Salarissen in Nederland stijgen met 5,3 procent in 2024
De salarissen in Nederland zijn in 2024 met 5,3 procent gestegen door nieuwe cao-afspraken, na een stijging van 7,1 procent in 2023. Werkgevers waarschuwen echter dat loonsverhogingen in 2025 waarschijnlijk bescheidener zullen zijn, aangezien vakbonden aandringen op hogere salarissen te midden van zorgen over de economische duurzaamheid en inflatie.
De werkgeversvereniging AWVN heeft gewaarschuwd dat de huidige loon-eisen economisch niet haalbaar zijn, gezien de dalende productiviteit van het land en de aanhoudend hoge inflatie. “De loonsverhogingen die we hebben gezien, zijn erg hoog voor onze economie, vooral met de dalende arbeidsproductiviteit,” aldus Puts, die terugblikte op het afgelopen onderhandelingsseizoen. Hij waarschuwde dat de eisen van de vakbonden voor de cao-afspraken dit jaar onrealistische verwachtingen creëren bij werknemers.
“De lonen zijn in de afgelopen vier jaar met 25 procent gestegen, terwijl de winsten met 31 procent zijn toegenomen,” voegde Puts toe. “Maar deze lonen zullen nooit dalen, terwijl bedrijven dit jaar of volgend jaar misschien verlies zullen lijden.”
Vakbonden eisen een loonsverhoging van 7 procent, terwijl de CNV-vakbond verhogingen tussen de 3,5 procent en 6 procent nastreeft. Daarnaast roepen vakbonden op tot afspraken over kortere werkweken.
Puts gelooft dat de reactie op de inflatie als een succes moet worden gezien, maar hij waarschuwde tegen een te eenzijdige focus op loonsverhogingen. “We moeten dankbaar zijn voor hoe we gezamenlijk de inflatie hebben beheerd,” zei hij. “De lonen zijn in 40 jaar het meest gestegen, maar we moeten onze verdiencapaciteit en het investeringsklimaat voor de toekomst in overweging nemen.”
De directeur van AWVN uitte zijn bezorgdheid over de eisen van de vakbonden, die hij als economisch onhoudbaar beschouwt. “Deze verwachtingen liggen te ver van wat economisch verantwoord is,” zei hij. “Dit creëert een voorspelbare onvrede onder werknemers. Deze eisen zijn diegenen die wij, als werkgevers, niet kunnen inwilligen, en misschien moeten we dat ook niet proberen.”
Hij voegde toe dat twee derde van de inflatie wordt gedreven door hoge lonen, wat zowel bedrijven als werknemers kan schaden als de cyclus aanhoudt. Hoewel hij de krapte op de arbeidsmarkt erkent, benadrukte Puts dat het stijgende besteedbare inkomen van Nederlandse huishoudens ook door vakbonden moet worden belicht. “Het gemiddelde besteedbare inkomen per huishouden is voor het derde achtereenvolgende jaar gestegen,” merkte hij op. “Vakbonden zouden dit ook moeten erkennen. Als de prijzen blijven stijgen omdat de lonen blijven toenemen, zal dat zowel bedrijven als werknemers schaden.”
De Nederlandse centrale bank (DNB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hebben alarm geslagen over de risico’s van aanhoudend hoge inflatie. Puts waarschuwde dat als de inflatie hoog blijft, dit de spaargelden van mensen kan uithollen en bedrijven kan dwingen te verhuizen of zelfs te sluiten, wat honderden banen kost. “Excessieve loonsverhogingen kunnen leiden tot een scenario waarin bedrijven failliet gaan of naar het buitenland verhuizen. Dit vormt een aanzienlijk risico voor de Nederlandse economie,” vertelde Puts aan de krant.
AWVN meldde dat de collectieve onderhandelingen in 2024 weinig discussies hebben gezien over de langetermijnrisico’s die hoge lonen met zich meebrengen. De onderhandelingen waren vaak verhitte, met stakingen in sectoren zoals openbaar vervoer, metaal en technologie, Heineken en apotheken. Van de 512 bereikte cao’s betrof slechts 12 procent principe-afspraken voordat de geschillen escaleerden. Bovendien hadden de overeenkomsten kortere looptijden in vergelijking met voorgaande jaren.
Bij Heineken gingen werknemers in staking voor aanzienlijke loonsverhogingen. Vergelijkbare eisen voor hogere lonen en voordelen werden door vakbondsleden in andere sectoren herhaald, ondanks de toenemende moeilijkheid om aan deze eisen te voldoen.
Werkgevers hebben echter betoogd dat loonverschillen niet eindeloos moeten blijven groeien. “Je kunt de laagste lonen niet blijven verhogen ten koste van degenen met hogere salarissen,” zei AWVN. “Het legt te veel druk op de interne verhoudingen binnen bedrijven.”
De trend van minder eenmalige uitkeringen is ook zorgwekkend voor vakbonden. In 2023 omvatte bijna een derde van de CAO’s eenmalige uitkeringen; in 2024 was dat slechts een vijfde. Gemiddeld ontvingen werknemers een extra 662 euro in dergelijke uitkeringen, een daling van bijna 1.000 euro in het voorgaande jaar.
Ondanks de voortdurende loonbesprekingen benadrukte Puts de noodzaak om de focus te leggen op het verbeteren van de productiviteit, een sleutelfactor in het versterken van de Nederlandse economie. “We moeten dit veranderen,” zei Puts. “In 2023 daalde de arbeidsproductiviteit daadwerkelijk, waardoor onze economie verder naar beneden glijdt in de internationale rangschikking.”