China Zet In Op Export: Wat Zijn De Gevolgen Voor De Europese Economie?
China zet groot in op export, maar betaalt de Europese economie de prijs?
De exportstijging van China vormt een dreiging voor de Europese economie, met Goldman Sachs die waarschuwt voor verliezen in het bruto binnenlands product (BBP) in Duitsland, Italië, Frankrijk en Spanje als gevolg van toenemende concurrentie en zwakke beleidsreacties van de EU.
Europese economieën zouden de grootste klappen kunnen krijgen van de toenemende mondiale handelscompetitie, nu Peking zijn focus opnieuw legt op een exportgestuurde herstelstrategie. Dit is de harde waarschuwing uit een reeks rapporten van Goldman Sachs, waarbij de investeringsbank haar groeiprognoses voor Europa heeft verlaagd in reactie op de vernieuwde exportdrang van China.
“Het eurogebied is bijzonder blootgesteld aan de negatieve effecten van de toegenomen aanvoer van Chinese goederen, wat dreigt om het handelsdeficit met China te vergroten en de internationale concurrentiepositie verder te verzwakken,” aldus econoom Giovanni Pierdomenico van Goldman Sachs. “We verwachten dat de sterkere Chinese exportconcurrentie het BBP van het eurogebied tegen eind 2029 met ongeveer 0,5% zal verlagen,” voegde hij eraan toe.
Volgens de ramingen van de bank kampt Duitsland met de grootste klap, met een verwachting dat het reële BBP de komende vier jaar ongeveer 0,9% lager zal zijn door deze druk. Italië zou een daling van 0,6% kunnen zien, terwijl Frankrijk en Spanje elk rond de 0,4% worden geraakt.
Wat deze verschuiving bijzonder ongemakkelijk maakt voor Europa, is de schaal van substitutie tussen Chinese en Europese goederen op de wereldmarkten. Goldman Sachs schat dat de export van de eurozone de afgelopen vijf jaar tot vier procentpunt marktaandeel heeft verloren aan Chinese exporteurs in belangrijke wereldmarkten. Voor elke dollar stijging in de Chinese export, zijn de Europese exporten typisch met tussen de twintig en dertig cent gedaald. Dit substitutie-effect ondermijnt het concurrentievoordeel van Europa.
Kan Europa de exportdreiging van China weerstaan?
Hoewel de Europese Unie verschillende initiatieven heeft gelanceerd om de economische veerkracht te versterken — met name de Wet op Kritieke Grondstoffen en het Actieplan voor het AI-continent — blijft Goldman Sachs sceptisch over de effectiviteit ervan. Analist Filippo Taddei van de bank stelt dat Europa’s vermogen om te reageren wordt belemmerd door zijn eigen kwetsbaarheden.
Goldman merkt op dat de opties voor Europa beperkt zijn door de afhankelijkheid van China voor essentiële grondstoffen. “Hoewel gerichte acties tegen Chinese producten mogelijk zijn… zal elke bredere initiatief om de Chinese aanvoer op de Europese markten te beperken moeten worden afgewogen tegen Europa’s afhankelijkheid van China voor verschillende kritieke grondstoffen,” waarschuwen analisten. “Ondanks deze programma’s blijft de EU geconfronteerd met structurele afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers.”
De bank waarschuwt ook dat “de beschikbare financiering onvoldoende blijft in verhouding tot de geuite ambities,” wat twijfels oproept over de capaciteit van de EU om haar exportconcurrentievermogen ten opzichte van China te herstellen. Een te timide reactie van Brussel, beweren experts, zou de geleidelijke erosie van de Europese industriële basis kunnen versnellen, terwijl Chinese bedrijven hun grip op de wereldmarkten verder uitbreiden. Maar een te agressieve houding — zoals uitgebreide tarieven of brede importbeperkingen — zou averechts kunnen werken door de toeleveringsketens te verstoren waar Europa zwaar van afhankelijk blijft.
Een test van Europa’s industriële vastberadenheid
Goldman Sachs benadrukt dat defensie het enige belangrijke beleidsgebied is waarin Europa echt geld heeft geïnvesteerd. Het programma Readiness 2030 (ReArm Europe) van de EU, ondersteund door €150 miljard aan leningen via het Security Action for Europe-schema, staat in scherp contrast met andere initiatieven die ofwel ondergefinancierd zijn of traag van de grond komen.
Toch is Europa ook hier verre van zelfvoorzienend. De defensieambities zijn nog steeds sterk afhankelijk van Chinese aanvoer van kritieke grondstoffen, met name zeldzame aardmetalen die worden gebruikt in wapen systemen, drones, sensoren en geavanceerde elektronica.
Uiteindelijk is de boodschap van de analisten van Goldman duidelijk: zonder een meer verenigde en assertieve industriële strategie loopt Europa het risico terrein te verliezen in sectoren waarin het ooit leidend was. De economen pleiten niet expliciet voor protectionisme, maar laten beleidsmakers met dringende vragen achter: Kan Europa de industriële soevereiniteit bereiken die het nastreeft? En hoe lang kan het rekenen op fiscale steun en consumenten veerkracht om zich te beschermen tegen toenemende mondiale tegenwind?
