Amsterdam opent winteropvang te midden van toenemende vraag naar daklozenzorg
De Stad Amsterdam heeft opnieuw haar winteropvang voor dakloze personen geopend als onderdeel van een cruciale initiatief om te voldoen aan de groeiende vraag naar noodhuisvesting. Vier locaties in de stad accepteren tot 250 mensen tot 1 april 2024, met bedden, douches en warme maaltijden. De opvang is bedoeld om tijdelijke verlichting te bieden voor mensen die dakloos zijn of in precarie huisvestingssituaties leven, met een speciale nadruk op de meest kwetsbaren tijdens de koude wintermaanden. Het programma omvat ook ervaren counselors die in contact komen met de bewoners van de opvang om beschikbare middelen en ondersteuning te bespreken.
Volgens een woordvoerder van de Stad Amsterdam zijn de winteropvanglocaties onderhevig aan een screeningsproces, waarbij individuen een bepaalde band met de stad moeten aantonen om toegang te krijgen tot de diensten. Degenen die niet aan de criteria voldoen, kunnen worden afgewezen om een overloop van personen uit andere delen van het land te voorkomen, iets waar de opvang niet op is voorbereid. Jongeren tot 23 jaar krijgen gegarandeerde toegang tot de opvang, ongeacht andere factoren. “We moeten prioriteit geven aan degenen die het meeste nodig hebben in Amsterdam,” aldus de woordvoerder. “Soms moeten we mensen afwijzen om overbezetting te voorkomen.”
Mensen kunnen dagelijks toegang krijgen tot de opvang tussen 16:30 en 22:00 uur en zijn verplicht om de volgende dag om 09:30 uur te vertrekken. Gedurende de dag kunnen individuen dagcentra in de stad bezoeken voor ondersteuning.
Naast de vier winteropvanglocaties heeft de stad een speciaal programma voor kouopvang dat geopend wordt wanneer de temperatuur onder het vriespunt daalt, met nog eens 250 plaatsen voor degenen die risico lopen op extreme weersomstandigheden. Ondertussen is de opening van een nieuwe winteropvang aan de Barndesteeg, gelegen in het iconische Rosse Buurt van Amsterdam, controversieel geweest. Ondanks tegenstand van lokale bewoners, die vreesden voor meer overlast, opende de opvang op 1 december 2024. Een recente rechterlijke uitspraak maakte de weg vrij voor de opvang, waarbij de rechter benadrukte dat de dringende behoefte aan opvang zwaarder weegt dan de zorgen over mogelijke verstoringen in de buurt.
De opvang is gevestigd in het voormalige Shelter City Hostel, eigendom van de Tot Heil des Volks Stichting, en zal bedden bieden voor 90 vrouwen, jongvolwassenen (18-27) en economisch kwetsbare mensen. In gevallen van extreme kou zullen er nog eens 60 plekken beschikbaar worden gesteld. Gedurende de zomermaanden zal de ruimte weer als hostel worden gebruikt.
Een belangenorganisatie genaamd Stopdegekte, die zich richt op het behoud van de leefbaarheid in de Wallen, heeft de opening in de rechtszaal aangevochten, met verwijzing naar de reeds hoge druk in het gebied. “De stad heeft al erkend dat het Wallen-gebied overbelast is, en ze hebben eerder beloofd geen meer opvangplaatsen toe te voegen,” zei Huug Scholten, de advocaat van de groep.
Desondanks hebben 316 lokale bewoners hun steun voor de opening van de opvang uitgesproken, met een lid van de gemeenschap, Pim van Burk, die in een lokale opinieartikel schreef: “We kunnen de daklozen letterlijk en figuurlijk niet in de kou laten staan.” Een studie die op 30 november 2024 werd gepubliceerd, onthulde dat de wachtlijsten voor onderdak en langdurige huisvesting met 56 procent zijn gestegen sinds 2022, en meer dan 900 mensen momenteel op verschillende wachtlijsten in de stad staan. De vertragingen worden het meest acuut gevoeld door degenen die 24-uurszorg en toezicht nodig hebben, zoals mensen met verslaving of geestelijke gezondheidsproblemen.
“Amsterdam doet zijn best om de capaciteit uit te breiden, maar we hebben hulp nodig van de nationale overheid,” zei Rutger Groot Wassink, Amsterdam’s wethouder verantwoordelijk voor dakloosheid. “Dit is niet alleen een stadsprobleem; het is een landelijk probleem. We hebben betaalbare huisvesting nodig, en we hebben meer ondersteuning nodig voor degenen die langdurige zorg nodig hebben.”