Het hoogste aantal daklozen in grote steden en Almere, het laagste aantal in Assen
Aantal daklozen verschilt sterk per regio
Het aantal daklozen in Nederland varieert aanzienlijk per regio, zo heeft het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) vastgesteld tijdens zijn onderzoek naar het aantal mensen dat vorig jaar in een opvanglocatie heeft geslapen. Zoals verwacht, staan alle vier grote steden in de top 5 van de lijst met dakloosheid. Verrassend genoeg deelt Almere de eerste plaats met Rotterdam. Assen heeft, proportioneel, het laagste aantal daklozen.
Voor het eerst heeft CBS het aantal geregistreerde daklozen in 35 verschillende regio’s bestudeerd in verband met de doelstelling van de overheid om ervoor te zorgen dat iedereen in 2030 een huis heeft. Dit betreft mensen die in 2023 de nacht doorbrachten in een noodopvang, daklozenopvang, transit-hotel of tijdelijke opvang.
Vergeleken met het aantal inwoners was het aantal geregistreerde daklozen het hoogst in de regio’s Almere en Rotterdam, met ongeveer 3,3 per 1.000 inwoners. Utrecht en Amsterdam volgen met 2,6 per 1.000, en vervolgens Den Haag met 2,0 per 1.000 inwoners. Het aantal daklozen was het laagst in de regio Assen.
In absolute cijfers had Amsterdam het hoogste aantal geregistreerde daklozen, bijna 2.700, gevolgd door Rotterdam (2.500), Utrecht (2.200), Den Haag (1.500) en Almere (1.200). De meerderheid van de daklozen die in dit onderzoek zijn geteld, was tussen de 28 en 39 jaar oud (30 procent). Bijna een kwart was jongvolwassen tussen de 18 en 23 jaar. Acht procent was ouder dan 60 jaar. Mannen vormden de grootste groep (68 procent).
Het CBS-onderzoek telde alleen mensen met een burgerdienstnummer die op enig moment in het jaar in een opvang hebben geslapen. Daklozen die altijd op straat leven of bij familie of vrienden verblijven, zijn niet inbegrepen. Eerder dit jaar meldde CBS dat er ongeveer 30.600 daklozen in Nederland leefden vorig jaar. Opvangorganisaties hebben de rekenmethode van het statistiekbureau bekritiseerd, waarbij opgemerkt werd dat CBS geen rekening houdt met kinderen en mensen die op de bank van vrienden slapen. Vrouwen en kinderen vinden vaak een bank om op te slapen, maar dat betekent niet dat zij een huis hebben. Migrantenarbeiders, die niet altijd een burgerservicenummer hebben, worden ook onevenredig getroffen door dakloosheid.