Vertraging van de ‘Koop Europees’-strategie van de EU door verdeeldheid tussen lidstaten
EU’s ‘Buy European’ strategie uitgesteld door verdeeldheid onder lidstaten
Een Europees plan om “gemaakt in Europa” producten te bevoordelen, is door de Commissie uitgesteld tot 2026. Verschillende lidstaten dringen erop aan dat een dergelijke voorkeur alleen als laatste redmiddel moet worden gebruikt.
De Europese Commissie bevestigde op dinsdag dat de wetgeving die een “koop Europese” benadering voor de interne markt introduceert, is vertraagd tot januari 2026. De verdeeldheid onder lidstaten over het opleggen van een “Europese voorkeur” aan landen buiten de Europese Unie heeft ertoe geleid dat vicevoorzitter Stéphane Séjourné het voorstel heeft uitgesteld.
Met concurrenten zoals China en de Verenigde Staten die druk uitoefenen op de EU-industrieën, lanceerde Frankrijk enkele jaren geleden het idee om grote contracten richting Europese industriële en technologische kampioenen te sturen, en dit idee heeft sindsdien aan populariteit gewonnen. Echter, sommige regeringen blijven bezorgd over de impact op EU-bedrijven.
Het onderwerp werd maandag besproken tijdens een bijeenkomst van industrie-ministers in Brussel. Volgens een document dat door de Commissie is ingezien, waarschuwde een groep van negen landen – waaronder Tsjechië, Estland, Finland, Ierland, Letland, Malta, Portugal, Zweden en Slowakije – dat het plan “gevolgen kan hebben voor effectieve concurrentie, prijs- en kwaliteitsniveaus, en effecten op bedrijven”.
Polen en Nederland steunden ook de oproep voor een impactanalyse.
“Criteria voor ‘Europese voorkeur’ moeten alleen worden gebruikt wanneer andere instrumenten zorgvuldig zijn geanalyseerd en onvoldoende zijn gebleken,” staat in het document. “Wanneer toegepast, moeten de mogelijke regels voor Europese voorkeur zich richten op zorgvuldig gedefinieerde strategische sectoren, waar de EU een hoge strategische afhankelijkheid heeft.”
Een Europese voorkeur voor strategische sectoren
Volgens een agenda die door de Commissie is ingezien, is het voorstel nu opnieuw ingepland voor 28 januari 2026. “We willen Europese voorkeur niet algemeen toepassen,” zei de Franse delegatieleider Sébastien Martin, en voegde eraan toe dat het toch “essentieel is om vooruitgang te boeken” in sectoren zoals auto’s, chemicaliën, staal of farmaceutica.
Duitsland lijkt het eens te zijn met Frankrijk en vraagt zich af of strategische kwetsbaarheden, monopolies die door niet-EU-landen worden gehouden, of voordelen gefinancierd door subsidies – zoals in China – een Europese voorkeur zouden kunnen rechtvaardigen.
De invoer van Chinese goederen in de EU blijft zorgen baren. De laatste gegevens van de Chinese douane tonen aan dat de stromen naar de EU als geheel het afgelopen jaar met 14,8% zijn gestegen. Dit percentage was 15,5% in Duitsland, 17,5% in Frankrijk en 25,4% in Italië.
