Groene transitie: Zullen hoge energiekosten de klimaatacties van Europa ondermijnen?
Groen gaan: Zullen hoge energiekosten de klimaatacties van Europa ondermijnen?
Volgens experts dreigen elektriciteitsprijzen de decarbonisatie-inspanningen van Europa te vertragen, terwijl de industrieën kampen met een groeiende concurrentiecrisis.
De overgang van Europa naar een koolstofarme economie verliest momentum, omdat de prohibitief hoge elektriciteitsprijzen zowel de acceptatie van schone technologieën door huishoudens als de concurrentiekracht van de industrie ondermijnen, aldus het nieuwste rapport van Morningstar, de Electrification Observer. Terwijl de Europese Unie haar decarbonisatiestrategie heeft gebaseerd op de elektrificatie van belangrijke sectoren — zoals transport, verwarming en zware industrie — blijft het tempo van verandering traag. Ondanks genereuze subsidies en ambitieuze doelstellingen is het continent op koers om tegen 2030 slechts 25% van zijn totale energieverbruik te elektrificeren, ver onder de 32% die nodig is om aan zijn klimaatafspraken te voldoen.
“Europa bevindt zich in een moeilijke situatie,” zei Tancrede Fulop, senior aandelenanalist bij Morningstar. “Het draagt een onevenredige last in de wereldwijde inspanningen om te decarboniseren, maar hoge elektriciteitsprijzen blijven de vooruitgang belemmeren. Technologieën zoals warmtepompen zijn voor veel huishoudens onbetaalbaar, terwijl energie-intensieve sectoren zoals de chemie en staal te maken hebben met een structureel verlies aan concurrentievermogen ten opzichte van de VS en China.”
Industrie onder druk, huishoudens blijven achter
De elektriciteitsprijzen in Europa blijven aanzienlijk hoger dan die in China en de VS, een kloof die verergerd is door de energie-marktturbulentie na 2021. Morningstar verwacht dat het elektriciteitsverbruik in de EU tussen 2024 en 2030 zal groeien met een bescheiden jaarlijks percentage van 1,1% — nauwelijks boven de niveaus vóór COVID — vergeleken met 1,4% in de VS. Structurele factoren zoals netwerkkosten en hoge belastingen zullen waarschijnlijk de prijzen hoog houden. Dit plaatst traditionele Europese industrieën in een nadelige positie en vertraagt de acceptatie van elektrificatie in huishoudens, ondanks beleidssteun zoals de uitbreiding van de koolstofprijs van de EU naar residentiële verwarming vanaf 2027.
De inzet van warmtepompen illustreert de uitdaging. Morningstar verwacht dat er tegen 2030 slechts 39 miljoen warmtepompen in de EU zullen zijn geïnstalleerd, ver onder het doel van 60 miljoen. De elektrificatie van woningen zal stijgen van 26% in 2023 naar 28% tegen het einde van het decennium, wat leidt tot een jaarlijkse CO₂-reductie van slechts 1,7% — langzamer dan de daling die in het afgelopen decennium werd bereikt.
Datacentra en elektrische voertuigen bieden slechts marginale voordelen
Datacentra komen op als een belangrijke bron van nieuwe elektriciteitsvraag. Morningstar verwacht dat hun energieverbruik jaarlijks met 15% zal groeien, tot 182 terawattuur tegen 2030. Nutsbedrijven die blootgesteld zijn aan deze trend — zoals het Portugese EDP — zullen profiteren, net als industriële bedrijven zoals Schneider Electric. Echter, veel van de AI-modeltraining en hyperscale-uitbreiding zal naar verwachting in de VS blijven, waar goedkopere energie en hogere rekencapaciteit een aantrekkingskracht vormen. “Hoewel we verwachten dat de verkoop van batterij-elektrische voertuigen goed zal zijn voor 45% van de autoverkoop in Europa tegen 2030, zal de elektrificatie van transport in Europa slechts 5% toenemen tegen 2030,” voegde Fulop toe. Het netto-effect: de CO₂-uitstoot van wegvervoer zal naar verwachting met slechts 5% dalen tegen 2030.
Chemische industrie krimpt, groene waterstofambities vervagen
De chemische sector van de EU, die al worstelt met hoge energiekosten, zal naar verwachting met 10% krimpen in de komende vijf jaar. Ondertussen heeft Morningstar de verwachtingen voor de productie van groene waterstof sterk verlaagd, met een projectie van slechts 0,6 megaton tegen 2030 — ver onder het doel van 10 megaton van de EU. Hoge elektriciteitsprijzen maken groene waterstof in de meeste lidstaten onconcurrentieel. Ondanks dit alles bieden de industriële kampioenen van Europa nog steeds selectieve kansen voor investeerders. Efficiëntiegerichte bedrijven met brede concurrentievoordelen, zoals Atlas Copco, zijn goed gepositioneerd om te profiteren van langdurig hoge energieprijzen. Wereldwijde chemische spelers met blootstelling aan de VS, zoals Dow, zullen profiteren als Europa een deel van zijn eigen chemische productie vermindert. En Air Liquide, ondanks de zwakke vooruitzichten voor waterstof, blijft gunstig gepositioneerd binnen de decarbonisatie-inspanningen van het continent.
Politieke en beleidsdruk neemt toe
Nu het tekort aan elektrificatie steeds duidelijker wordt, zal de politieke druk waarschijnlijk toenemen om belangrijke EU-klimaatbeleid uit te stellen of te verzwakken. Morningstar wijst op de geplande afschaffing in 2026 van gratis industriële koolstofrechten en de koolstofprijs voor residentiële verwarming in 2027 als brandpunten. Zelfs het hoofddoel van de EU — een vermindering van 55% van de emissies tegen 2030 ten opzichte van de niveaus van 1990 — lijkt steeds minder bereikbaar. Morningstar voorspelt een daling van 43% onder de huidige trends, waarbij de voortgang van elektrificatie simpelweg te traag is om de uitstoot van achterblijvende sectoren te compenseren. “Europa zit vast in een ongemakkelijke tussenpositie: het draagt de kosten van decarbonisatie zonder de schaal van elektrificatie te bereiken die nodig is om groei te ontsluiten,” schreef Fulop.
Onregelmatige vooruitzichten in Europa
Noord-Europa, Frankrijk en het Iberisch Schiereiland blijven de relatieve winnaars in de elektrificatieovergang. Dankzij lagere elektriciteitsprijzen, voldoende netcapaciteit en overvloedige schone energie trekken deze regio’s datacentra en groene industriële projecten aan. Toch kan de optimisme van investeerders al te veel zijn. Spaanse nutsbedrijven hebben bijvoorbeeld significant beter gepresteerd in 2025. Al met al staat Europa voor de ongemakkelijke realiteit dat het de prijs betaalt voor decarbonisatie zonder volledig de voordelen ervan te benutten. Met verwacht hoge elektriciteitsprijzen loopt het continent het risico vast te zitten in een dure en politiek kwetsbare transitie — te kostbaar om te verlaten, maar te traag om resultaat te leveren.
