Kleine oceaanmigranten spelen een cruciale rol in de koolstofopslag van de Zuidelijke Oceaan, blijkt uit onderzoek
Nieuwe Studie Onthult de Rol van Zoöplankton in de Koolstofopslag van de Zuidelijke Oceaan
Een recent onderzoek heeft aangetoond dat klein maar krachtig zoöplankton, waaronder copepods, krill en salpen, cruciale spelers zijn in het vermogen van de Zuidelijke Oceaan om koolstof te absorberen en op te slaan.
Onder leiding van een internationaal team van onderzoekers kwantificeert deze studie voor het eerst hoe deze kleine wezens gezamenlijk de koolstofvastlegging verbeteren door hun seizoensgebonden verticale migraties.
De Zuidelijke Oceaan is een belangrijke regio voor koolstofopslag. Traditioneel werd aangenomen dat de koolstofopslag in deze oceaan voornamelijk wordt gedomineerd door de gravitatie van detritus die wordt geproduceerd door grote zoöplanktonplanteneters, zoals krill. Dit nieuwe onderzoek richt zich op een meer recent beschreven proces dat de “seizoensgebonden migrantenpomp” wordt genoemd. Dit proces houdt in dat zoöplankton elk jaar migreren van het oppervlak naar diepten onder de 500 meter, waarbij ze koolstof opslaan via hun respiratie en sterfte tijdens deze diepe overwinteringsfase.
Het team bouwde eerst een uitgebreide database van zoöplankton die zijn verzameld in duizenden netten over de Zuidelijke Oceaan, daterend van de jaren twintig tot nu. Hieruit kwantificeerden ze de omvang van de jaarlijkse afdaling van het zoöplankton om op grote diepten te overwinteren, waar ze CO2 respireren—direct en efficiënt koolstof in de diepe oceaan injecterend.
Hun belangrijkste bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Limnology and Oceanography, onthullen dat jaarlijks 65 miljoen ton koolstof wordt opgeslagen: De seizoensgebonden verticale migratie van zoöplankton transporteert ongeveer 65 miljoen ton koolstof naar diepten onder de 500 meter. Copepods domineren de seizoensgebonden migrantenpomp, waarbij mesozoöplankton (voornamelijk kleine schaaldieren genaamd copepods) verantwoordelijk is voor 80% van deze koolstofflux, terwijl krill en salpen respectievelijk 14% en 6% bijdragen.
De Zuidelijke Oceaan is een kritische koolstofput, maar huidige modellen van het aardesysteem negeren dit zoöplankton-gedreven proces. Terwijl de opwarming soortenverdelingen verandert (bijvoorbeeld dalende krill, toenemende copepods, veranderende voedselbronnen), kunnen de dynamiek van koolstofopslag drastisch veranderen.
Waarom is de ‘seizoensgebonden migrantenpomp’ belangrijk?
De Zuidelijke Oceaan absorbeert ongeveer 40% van alle door mensen gemaakte CO₂ die door de oceanen wordt opgenomen, maar de rol van zoöplankton is onderschat. In tegenstelling tot zinkend detritus, dat zowel koolstof als essentiële voedingsstoffen zoals ijzer verwijdert, injecteren migrerende zoöplankton efficiënt koolstof in de diepe oceaan terwijl ze voedingsstoffen nabij het oppervlak recyclen. Deze seizoensgebonden migrantenpomp zou nog belangrijker kunnen worden naarmate mariene ecosystemen reageren op klimaatverandering.
Dit onderzoek benadrukt de dringende noodzaak om klimaatmodellen bij te werken om de koolstoffluxen die door zoöplankton worden aangedreven op te nemen. Het benadrukt ook de noodzaak om de ecosystemen van de Zuidelijke Oceaan te beheren en te beschermen, waar industriële visserij en opwarming de krillpopulaties bedreigen—een belangrijke soort die zowel koolstofexport als de unieke biodiversiteit van Antarctica ondersteunt.