VS-regering en Google in strijd over zoekmachine-monopolie

Economische en Technologische Ontwikkelingen

De Amerikaanse overheid en Google staan tegenover elkaar in een rechtszaak over monopolies. De Amerikaanse Justitie heeft de rechter gevraagd om ingrijpende maatregelen te nemen, waaronder het verbieden van Google om te betalen voor de standaardinstelling van zijn zoekmachine op smartphones.

Google maakte opnieuw zijn opwachting in de federale rechtbank om zich te verdedigen tegen de pogingen van het Amerikaanse ministerie van Justitie om zijn internetimperium te ontmantelen, terwijl het tegelijkertijd een belangrijke verschuiving naar kunstmatige intelligentie (AI) doormaakt die zijn macht zou kunnen ondermijnen.

Tijdens de slotpleidooien van de rechtszaak, die zal bepalen welke veranderingen aan het bedrijf worden opgelegd na de uitspraak van de Amerikaanse districtsrechter Amit Mehta vorig jaar, werd Google geconfronteerd met juridische en technologische bedreigingen. De advocaten van het ministerie van Justitie proberen Mehta te overtuigen om een radicale verandering op te leggen, waaronder een verbod op het betalen door Google om zijn zoekmachine als standaard in slimme apparaten te verankeren en de verkoop van de Chrome-browser door het bedrijf te eisen.

De advocaten van Google beweren dat alleen kleine concessies nodig zijn, vooral omdat de veranderingen die voortkomen uit de vooruitgang in kunstmatige intelligentie al het zoeklandschap aan het herstructureren zijn. Alternatieve, conversatiegerichte zoekopties worden uitgerold door AI-startups die hopen gebruik te maken van de rechtszaak van het ministerie van Justitie om een voorsprong te krijgen in de volgende technologische golf.

Mehta stelde tijdens de hoorzitting prikkelende vragen aan de advocaten van beide partijen en suggereerde dat hij een middenweg zocht tussen de voorgestelde remedies van beide kampen. “We zijn niet van plan om Google te ondermijnen,” zei de rechter, en voegde eraan toe dat het doel was om de mogelijkheden van concurrenten om de dominantie van de zoekgigant uit te dagen, een “duw in de rug” te geven.

Na de slotpleidooien zal Mehta de komende maanden over zijn beslissing nadenken, die hij van plan is voor de Amerikaanse Labor Day (1 september) bekend te maken. Google heeft al beloofd in beroep te gaan tegen de uitspraak die zijn zoekmachine als een monopolie bestempelde, een stap die het niet kan zetten totdat de rechter een remedy oplegt.

Kunstmatige Intelligentie als Sleutelmoment

Hoewel beide partijen het erover eens zijn dat AI een sleutelmoment is voor de toekomst van de industrie, hebben ze verschillende meningen over hoe deze verschuiving Google zal beïnvloeden. Het ministerie van Justitie stelt dat AI-technologie op zichzelf niet voldoende is om de macht van Google in te perken, en dat er aanvullende juridische beperkingen moeten worden opgelegd aan een zoekmachine die de belangrijkste reden is waarom het moederbedrijf, Alphabet Inc., op $2 biljoen wordt gewaardeerd.

Mehta gaf tijdens de zitting aan dat hij nog niet had besloten in hoeverre het potentieel van AI om de zoekmarkt te verstoren moet worden meegenomen in zijn aanstaande uitspraak. “Dit is waar ik mee worstel,” zei Mehta aan het begin van de hoorzitting.

De aanklager van Justitie, David Dahlquist, drong er bij de rechter op aan om toekomstgerichte remedies uit te vaardigen die de zoekmarkt zouden “openbreken” voor concurrentie en niet zouden toestaan dat Google zijn monopolistische positie zou gebruiken om oneerlijk voordeel te behalen in de AI-race. Google heeft al AI ingezet om zijn zoekmachine om te vormen tot een antwoordmotor, een inspanning die tot nu toe heeft bijgedragen aan het behoud van zijn positie als de belangrijkste toegangspoort tot het internet, ondanks de opkomst van alternatieven zoals OpenAI en Perplexity.

Het ministerie van Justitie stelt dat een verkoop van de Chrome-browser, die bijna 20 jaar geleden door Google CEO Sundar Pichai werd ontwikkeld, een van de meest effectieve tegenmaatregelen zou zijn tegen het voortduren van Google’s enorme browserverkeer en persoonlijke gegevens die kunnen worden ingezet om zijn dominantie in het AI-tijdperk te behouden.

Directeuren van zowel OpenAI als Perplexity getuigen vorige maand dat ze geïnteresseerde bieders zouden zijn voor de Chrome-browser als Mehta de verkoop zou bevelen. Google’s advocaat John Schmidtlein zei op vrijdag dat AI-bedrijven “aan de slag moeten” met hun eigen producten in plaats van te proberen de rechtbank te overtuigen hen oneerlijk toegang te geven tot de innovaties van Google.

De discussie over het lot van Google heeft ook meningen aangetrokken van Apple, mobiele app-ontwikkelaars, juridische experts en startups. Apple, dat jaarlijks meer dan $20 miljard ontvangt om Google de standaard zoekmachine op de iPhone en andere apparaten te maken, diende documenten in waarin het bezwaar maakte tegen de door het ministerie van Justitie voorgestelde 10-jarige ban op dergelijke lucratieve contracten.

Apple vertelde de rechter dat het verbieden van deze contracten het bedrijf zou beroven van geld dat het in zijn eigen onderzoek investeert, en dat de ban Google mogelijk nog sterker zou maken, omdat het bedrijf zijn geld zou kunnen behouden terwijl consumenten toch zijn zoekmachine zouden kiezen. Het bedrijf uit Cupertino, Californië, vertelde de rechter ook dat een verbod het niet zou dwingen om zijn eigen zoekmachine te bouwen om met Google te concurreren.

In andere documenten verklaarde een groep juridische experts dat de voorgestelde verkoop van Chrome door het ministerie van Justitie een onterecht straf zou zijn die ongewenste overheidsinmenging in de bedrijfsvoering van een bedrijf zou injecteren.

Ondertussen waarschuwden voormalige officials van de Federal Trade Commission, James Cooper en Andrew Stivers, dat een ander voorstel, dat Google zou verplichten zijn gegevens te delen met rivaliserende zoekmachines, “geen rekening houdt met de verwachtingen die gebruikers in de loop van de tijd hebben ontwikkeld met betrekking tot de privacy, beveiliging en zorg voor hun persoonlijke informatie.”

De App Association, een groep die voornamelijk kleine softwareontwikkelaars vertegenwoordigt, adviseerde Mehta ook om de door het ministerie van Justitie voorgestelde veranderingen niet aan te nemen vanwege de gevolgen die ze zouden hebben voor de techindustrie. Google in de door het ministerie van Justitie voorgestelde richting te belemmeren zou het voor startups moeilijker maken om hun doel van overname te realiseren, schreef de App Association. “Ontwikkelaars zullen overweldigd worden door onzekerheid” als Google wordt uit elkaar getrokken, stelt de groep.