China legt de doodstraf op voor lekken van staatsgeheimen
China legt zeldzame doodstraf op aan voormalige ambtenaar wegens lekken van staatsgeheimen
China heeft een ongebruikelijke doodstraf opgelegd aan een voormalige medewerker van een staatsagentschap voor het lekken van vertrouwelijke informatie aan buitenlandse inlichtingendiensten. Het ministerie van Staatsveiligheid van Beijing verklaarde woensdag dat de man, alleen geïdentificeerd met de achternaam Zhang, was gerekruteerd nadat hij zijn functie had verlaten, waarin hij toegang had tot “een groot aantal staatsgeheimen”.
Volgens de verklaring was Zhang een lid van het “kernteam van vertrouwelijk personeel van een staatsagentschap”, zonder specificatie van welk agentschap hem had aangesteld. Hij had een “groot aantal topgeheime en vertrouwelijke staatsgeheimen gelekt aan buitenlandse spionage-inlichtingendiensten, wat de nationale veiligheid van China ernstig in gevaar bracht”, ging de verklaring verder.
Zhang zou naar het buitenland zijn gelokt met beloften om “exotische gebruiken te ervaren” en begon daar samen te werken als een dubbelspion. Een buitenlandse spion met de achternaam Li dwong hem een samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen en nam Zhang’s USB-stick en persoonlijke bezittingen in beslag, aldus het ministerie.
“Zhang, die zwak van karakter was en de verleiding van geld niet kon weerstaan, werd een ‘pop’ die werd gecontroleerd en gebruikt door de andere partij,” vervolgde de verklaring.
Focus op nationale veiligheid
Er werd niet gespecificeerd welke buitenlandse inlichtingendienst betrokken was bij deze zaak. Een collega van Zhang, met de achternaam Zhu, werd veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor zijn hulp aan Zhang. Het ministerie gaf geen details over de timing van de uitvoering van de doodstraf.
Deze zaak benadrukt China’s toenemende focus op nationale veiligheid onder president Xi Jinping, die de waarschuwingen over buitenlandse machten die naar verluidt Chinese burgers targeten, heeft opgevoerd. Aangepaste anti-spionagewetgeving die dit jaar werd aangenomen, breidde de definitie van spionage uit tot informatie die verband houdt met de nationale veiligheid, en niet alleen tot staatsgeheimen.
China en westerse mogendheden hebben al lange tijd beschuldigingen van spionage uitgewisseld, maar zijn pas recentelijk begonnen details van vermeende individuele gevallen openbaar te maken. In juni beschuldigde China de Britse MI6 ervan een stel te rekruteren dat voor de centrale regering werkte. Eerder dit jaar legde een rechtbank in Beijing de Australische schrijver Yang Hengjun een voorwaardelijke doodstraf op wegens spionage, een beslissing die de Australische regering als “ontzettend” beschreef.
In augustus beschuldigden Amerikaanse aanklagers een inwoner van New York die deelnam aan de Chinese pro-democratische beweging, die leidde tot de onderdrukking op het Tiananmen-plein in 1989, van spionage voor China. De Amerikaanse Centrale Inlichtingendienst plaatste vorige maand instructies in het Chinees op sociale media over hoe men veilig contact met de dienst kan opnemen.