Politie erkent grote fouten te hebben gemaakt voor dubbele moord in Weiteveen
Politie erkent fouten in dubbele moordzaak Weiteveen
De politie heeft meerdere grote fouten toegegeven in de aanloop naar de dubbele moord in Weiteveen op 16 januari 2025, volgens een evaluatierapport dat vrijdag is gepubliceerd. Ze hebben de risico’s onderschat, hebben het wapenvergunning van de dader niet ingetrokken en hebben de vele meldingen in de zaak niet met elkaar verbonden.
Richard K. wordt verdacht van de moord op de 44-jarige Ineke Mussche en haar 38-jarige echtgenoot Przemyslaw “Sam” Czerniawski, in het huis dat zij van hem hadden gekocht. Het stel had een langdurig conflict over de woning, die volgens hen in een slechtere staat was dan was geadverteerd. K. heeft eerst Ineke vermoord terwijl zij in haar auto zat, en daarna Sam in hun huis doodgeschoten. De 12-jarige zoon van het paar was getuige van de moord.
De man heeft bekend dat hij het echtpaar heeft vermoord in een langdurige ruzie over het huis dat zij van hem hadden gekocht. K. had een wapenvergunning, maar gebruikte illegaal verkregen wapens voor de moorden. “Wij als politie hebben onze professionele normen niet gehaald. Ik vind dat bijzonder pijnlijk en betreur het,” zei Martin Sitalsing, de politiechef van de eenheid Noord-Nederland. Volgens hem is het onmogelijk te zeggen of deze moorden hadden kunnen worden voorkomen. “Maar de evaluatie maakt duidelijk dat we anders hadden moeten handelen.”
Ongeveer 80 meldingen zijn gedaan bij de politie over dit conflict. Deze betroffen voornamelijk beschuldigingen van laster, intimidatie en bedreigingen. De politie beschouwde veel meldingen als afzonderlijke incidenten, zonder ze met elkaar te verbinden, waardoor ze niet realiseerden dat het conflict escaleerde. De verschillende politiediensten werkten niet genoeg samen en registreerden en deelden informatie niet op de juiste manier. “Elke afdeling registreert dingen op zijn eigen manier. Sommige registreren helemaal niets. Deze signalen zijn nooit samengevoegd en er was geen richting bij het beoordelen van risico’s,” aldus Sitalsing.
K. had sinds 2004 een jachtwapenvergunning. In de zomer van 2023 meldde zijn partner bij de politie dat K. een hersenaandoening had die ervoor kon zorgen dat hij gemakkelijk overprikkeld raakte. De politie plaatste hem op een lijst voor mensen met een wapenvergunning waar “iets ongewoons” aan de hand was, met de bedoeling hem te bezoeken en na te gaan of zijn vergunning moest worden ingetrokken. Het is nooit zover gekomen. Een agent bezocht K. op basis van een andere melding, maar was zich niet bewust van de wapenvergunning en vroeg er niet naar. De agent die verantwoordelijk was voor het controleren van K. met betrekking tot de wapenvergunning kon hem niet bereiken en “er werd geen verdere actie ondernomen,” staat in het rapport.
Verschillende aanklachten en beschuldigingen tegen K. werden niet opgevolgd. “Dit werd samen met het Openbaar Ministerie (OM) beoordeeld. Er werd besloten dat het niet genoeg prioriteit had of dat strafvervolging niet mogelijk was,” zei Sitalsing. “Maar het is pas wanneer je alles optelt dat je ziet hoe ernstig de situatie was.”
Een van de slachtoffers vroeg naar de status van een melding en kreeg te horen dat deze nog in behandeling was. In werkelijkheid was de melding al gesloten. Er waren ook verschillende meldingen gedaan bij de politie vanwege de betrokken kinderen en zorgen om hun veiligheid. Ook deze meldingen werden niet opgevolgd. De onderzoekers bevelen aan dat de politie incidenten sneller in een breder perspectief plaatst en de informatieregistratie en samenwerking tussen afdelingen en externe partijen, waaronder het OM en gemeenten, verbetert. Sitalsing erkent dat de verbeteringen te laat komen voor de slachtoffers en hun dierbaren. “Ongeacht wat we leren en hoe we verbeteren als gevolg van deze evaluatie, zullen de nabestaanden hun geliefden niet terugkrijgen. Dat verlies is onherstelbaar.”
K. staat op 12 en 13 februari terecht voor de moorden op Ineke Mussche en Przemyslaw Czerniawski.
