Herziening van de Nederlandse Jeugdzorg voldoet niet, Toezichtscommissie waarschuwt
Het langverwachte plan ter verbetering van de jeugdzorg in Nederland is ontoereikend, aldus het Van Ark-commissielid, dat maandenlang de effectiviteit heeft geëvalueerd. De hervormingen pakken de systemische problemen niet aan en de financiering blijft onvoldoende.
Al tientallen jaren kampt het Nederlandse jeugdzorgsysteem met lange wachttijden en stijgende kosten. Twee jaar geleden introduceerden belanghebbenden de Jeugdhervormingsagenda om deze problemen aan te pakken. Een belangrijk doel was het verbeteren van de samenwerking tussen gemeenten, met name bij het inkoop van gespecialiseerde zorg, terwijl de kosten onder controle werden gehouden.
De Van Ark-commissie concludeerde echter dat de hervormingen niet de verwachte verbeteringen hebben opgeleverd. De commissie stelde vast dat het plan te veel gericht is op het herstructureren van het systeem, in plaats van op het bevorderen van samenwerking tussen scholen, ouders en gemeenschappen.
Een initiatief dat in het rapport wordt geprezen, is de rol van de brugfunctionaris, een schoolgebaseerde liaison die kinderen, gezinnen en opvoeders met elkaar verbindt. Meer dan duizend scholen hebben deze liaisonen geïntroduceerd, wat vroegtijdige interventie in de problemen van kinderen mogelijk maakt. “De focus moet liggen op praktische oplossingen die zorg integreren in de omgeving van een kind,” aldus de commissie.
De onafhankelijke commissie, geleid door voormalig Minister van Medische Zorg Tamara van Ark, bestaat uit vijf leden en is een jaar geleden opgericht om het hervormingsplan te beoordelen. De conclusies zijn gebaseerd op gesprekken met 175 personen, waaronder experts, beleidsmakers en professionals in de jeugdzorg.
Naast het bevorderen van samenwerking benadrukt het rapport de noodzaak van een flexibeler systeem. Momenteel worden jeugdzorgdiensten vaak langdurig verleend uit bezorgdheid dat het stopzetten van ondersteuning kinderen zonder hulp kan laten. Dit resulteert in minder beschikbare plekken voor nieuwe gevallen.
De commissie stelt dat er een systeem moet zijn dat het mogelijk maakt om diensten op te schalen of af te schalen indien nodig. Een gebied van vooruitgang is de afbouw van gesloten jeugdzorginstellingen. Het aantal plaatsingen is gestaag afgenomen, maar de commissie waarschuwt dat er niet genoeg aandacht is besteed aan overgangsalternatieven voor kinderen die deze instellingen verlaten.
Er is ook de financiële druk op gemeenten, die de afgelopen tien jaar verantwoordelijk zijn geweest voor de financiering van jeugdzorg. Verschillende gemeenten hebben gewaarschuwd dat ze juridische stappen tegen de nationale overheid kunnen ondernemen als de financieringskloof aanhoudt.
De commissie heeft verder vastgesteld dat de verwachte kostenbesparingen die in het hervormingsplan zijn uiteengezet, niet zijn gerealiseerd. “Deze bezuinigingen hangen als een zwaard van Damocles boven alle partijen,” staat in het rapport. De reeds geleden verliezen zullen gelijkmatig worden verdeeld tussen de nationale overheid en de gemeenten.
Ondanks de intense focus op kosten, ontdekte de commissie dat de gegevensverzameling en monitoring onvoldoende zijn. “Het is als sturen door de mist,” aldus het rapport.