Britse auteur Frederick Forsyth overleden op 86-jarige leeftijd

De bestverkopende Britse romanschrijver Frederick Forsyth, bekend om zijn ongeveer 20 spionage-thrillers, is overleden op 86-jarige leeftijd. Forsyth, die eerder journalist en informant was voor de Britse inlichtingendienst MI6 voordat hij zich richtte op het schrijven van blockbuster-romans zoals The Day of the Jackal, overleed op maandag in zijn huis in het dorp Jordans in Buckinghamshire, aldus zijn agent Jonathan Lloyd.

“We rouwen om het overlijden van een van de grootste thrillerschrijvers ter wereld,” zei Lloyd over de auteur, die begon met het schrijven van romans om zijn schulden te vereffenen in zijn vroege dertiger jaren, en meer dan 75 miljoen boeken verkocht. “Er zijn verschillende manieren om snel geld te verdienen, maar in de algemene lijst staat het schrijven van een roman ver onder het beroven van een bank,” aldus Forsyth in zijn autobiografie uit 2015, The Outsider: My Life in Intrigue.

De gok betaalde zich uit nadat hij The Day of the Jackal schreef – zijn verhaal over een fictieve moordpoging op de Franse president Charles de Gaulle door rechtse extremisten – in slechts 35 dagen. De roman was een onmiddellijk succes bij de uitgave in 1971. Het werd later verfilmd en leidde ertoe dat de Venezolaanse revolutionair Illich Ramirez Sanchez de bijnaam Carlos de Jakhal kreeg.

Forsyth schreef vervolgens een reeks bestsellers, waaronder The Odessa File (1972) en The Dogs of War (1974). Zijn 18e roman, The Fox, werd gepubliceerd in 2018.

Forsyth was opgeleid als piloot bij de luchtmacht, maar zijn taalkundige talenten – hij sprak Frans, Duits, Spaans en Russisch – leidden hem in 1961 naar het persbureau Reuters, met plaatsingen in Parijs en Oost-Berlijn tijdens de Koude Oorlog. Hij verliet Reuters voor de BBC, maar raakte al snel gedesillusioneerd door de bureaucratie en wat hij zag als het falen van de omroep om Nigeria goed te dekken vanwege de postkoloniale opvattingen van de regering over Afrika.

In zijn autobiografie onthulde hij hoe hij een spion werd. De auteur vertelde dat hij in 1968 benaderd werd door “Ronnie” van MI6, die “een asset diep in de Biafran enclave” in Nigeria wilde, waar het jaar ervoor de burgeroorlog was uitgebroken.

In 1973 werd Forsyth gevraagd om een missie voor MI6 uit te voeren in het communistische Oost-Duitsland, waarbij hij in zijn Triumph cabriolet naar Dresden reed om een pakket van een Russische kolonel te ontvangen in de toiletten van het Albertinum museum. De schrijver zei dat hij nooit door MI6 werd betaald, maar in ruil daarvoor hulp kreeg bij zijn boekonderzoek en conceptpagina’s indiende om ervoor te zorgen dat hij geen gevoelige informatie onthulde.

In zijn latere jaren richtte Forsyth zich op de politiek, waarbij hij scherpe, rechtse commentaren gaf op de moderne wereld in columns voor de anti-Europese Unie Daily Express. Gescheiden van Carole Cunningham in 1988, trouwde hij in 1994 met Sandy Molloy. Hij verloor een fortuin in een investeringsfraude in de jaren ’80 en moest meer romans schrijven om zichzelf te onderhouden. Hij had twee zonen, Stuart en Shane, met zijn eerste vrouw.