Zeldzame fraudegevallen tegen zorgverleners leiden tot vervolging
Zorgverzekeraars in Nederland worden jaarlijks overspoeld met honderden fraudemeldingen over mogelijk wangedrag van zorgverleners. Toch worden slechts een handvol van deze gevallen verder onderzocht en nog minder resulteren in juridische stappen. Elke verzekeraar ontvangt tussen de 150 en 400 fraudemeldingen per jaar, maar de meeste worden niet onderzocht vanwege de tijdsintensievere aard van deze zaken.
Een recent onderzoek door Pointer, dat negen verzekeraars omvatte, belichtte de uitdagingen waarmee verzekeraars worden geconfronteerd door beperkte middelen. Zoals een verzekeraar verduidelijkte: “Een melding van een dure auto die eigendom is van een bedrijfsdirecteur is niet genoeg om een onderzoek te starten.” Verzekeraars moeten prioriteit geven aan zaken met sterkere bewijzen om een onderzoek te rechtvaardigen, vooral omdat fraudeonderzoeken snel lang en complex kunnen worden.
Het aantal onderzoeken varieert tussen verzekeraars; kleinere bedrijven zoals Salland Zorgverzekeringen sluiten slechts enkele zaken per jaar af. Salland heeft in sommige gevallen gedeeltelijke terugbetalingen kunnen realiseren, maar heeft andere zaken laten vallen toen zij de kans op terugbetaling “zeer laag of niet-bestaand” achtte. Grotere verzekeraars, zoals DSW, hebben uitgebreidere onderzoeken kunnen uitvoeren; vorig jaar bevestigde DSW fraude in 27 gevallen en schorste betalingen of zocht waar mogelijk naar terugbetalingen.
De Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) houdt toezicht op gevallen van zorgfraude en verwijst deze naar het Openbaar Ministerie (OM). Echter, de NLA diende vorig jaar slechts 21 zaken in, waarbij de complexiteit van onderzoeken naar zorgfraude werd genoemd. Sommige verzekeraars, waaronder Zilveren Kruis, waarschuwden dat het “te gemakkelijk blijft om zorgverlener te worden,” wat soms individuen met potentieel schadelijke bedoelingen aantrekt.