VS legt sancties op aan Soedan na uitspraak over gebruik van chemische wapens tijdens burgeroorlog
VS legt sancties op aan Soedan na gebruik van chemische wapens tijdens de burgeroorlog
De Verenigde Staten zullen sancties opleggen aan Soedan, nadat is vastgesteld dat het leger van het land vorig jaar chemische wapens heeft gebruikt in de strijd tegen paramilitaire troepen. Dit werd aangekondigd door Tammy Bruce, woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.
In een verklaring op donderdag riep Bruce de Soedanese regering op om onmiddellijk te stoppen met het gebruik van chemische wapens en haar verplichtingen onder de Conventie inzake Chemische Wapens na te komen. Ze meldde dat het Amerikaanse Congres op de hoogte is gesteld van de beslissing van het ministerie en dat de sancties rond 6 juni zullen worden opgelegd.
De sancties omvatten beperkingen op Amerikaanse export naar Soedan en een blokkade op toegang tot Amerikaanse overheidsleningen. Bruce gaf geen verdere details over wanneer en waar de chemische wapens door de Soedanese overheid zijn gebruikt.
Volgens een rapport van de New York Times in januari zou het Soedanese leger chemische wapens op ten minste twee momenten hebben ingezet in afgelegen gebieden van Soedan tegen de Rapid Support Forces (RSF). Het rapport citeerde anonieme Amerikaanse functionarissen die zeiden dat de wapens mogelijk chloorgas waren, wat kan leiden tot ernstige ademhalingspijn en de dood.
Het leger van Soedan en de RSF zijn sinds april 2023 verwikkeld in een burgeroorlog na een machtsstrijd tussen de twee partijen. Dit conflict heeft geleid tot een van de ergste humanitaire crises ter wereld en een hongersnood in heel Soedan, waarbij duizenden zijn omgekomen en 13 miljoen mensen zijn ontheemd.
De VS heeft ook eerder de RSF en haar bondgenoten beschuldigd van genocide en sancties opgelegd aan hoge leiders, waaronder de RSF-leider, generaal Mohamed Hamdan Dagalo. In januari werden ook sancties opgelegd aan de militaire chef van Soedan en de facto staatshoofd, Abdel Fattah al-Burhan, omdat hij weigerde deel te nemen aan internationale vredesbesprekingen.
