Vermindering van emissies vóór het midden van de eeuw kan 0,6 meter zeespiegelstijging voorkomen
Stijgende zeespiegels zijn onomkeerbaar op menselijke tijdschaal en behoren tot de ernstigste gevolgen van klimaatverandering. De emissies die in de komende decennia worden vrijgegeven, zullen bepalen hoe kustlijnen de komende eeuwen worden hervormd.
Nieuw onderzoek toont aan dat mitigatie op korte termijn toekomstige generaties ongeveer 0,6 meter zeespiegelstijging zou kunnen besparen die zou worden veroorzaakt door emissies tussen 2020 en 2090, volgens de huidige beleidslijnen. Dit maakt de beslissingen van vandaag cruciaal, niet alleen voor het beperken van de opwarming, maar ook voor de impact op kustgebieden.
Onder leiding van onderzoekers van het IIASA, in samenwerking met collega’s uit het VK, België, Nederland en Duitsland, gaat de studie, gepubliceerd in Nature Climate Change, verder dan de gebruikelijke zeespiegelprojecties door te kwantificeren hoeveel zeespiegelstijging in 2300 “vastgelegd” zal worden door emissies in deze eeuw.
Door het effect van nabij- en middellange termijn emissies te isoleren, biedt de studie een directe link tussen de beleidskeuzes van vandaag en zeespiegels honderden jaren in de toekomst — een aspect dat eerder niet op deze manier is gekwantificeerd. “Het is gebruikelijk dat onderzoek naar zeespiegelstijging projecties tot 2100 levert op basis van een standaardset scenario’s, wat niet mogelijk maakt om de langetermijneffecten van de huidige broeikasgasemissies te isoleren. Maar we moeten deze effecten verkennen op tijdschalen die verder gaan dan 2100, omdat oceanen en ijskappen eeuwenlang blijven reageren,” legt hoofdauteur Alexander Nauels uit, een senior onderzoeker in de Integrated Climate Impacts Research Group van het IIASA Energy, Climate, and Environment Program.
Onze studie laat duidelijk zien dat mitigatiebeslissingen in de komende decennia meerjarige gevolgen zullen hebben voor kustlijnen wereldwijd. De onderzoekers ontdekten dat, onder de huidige beleidsmaatregelen, emissies van 2020 tot 2050 de wereld al zouden verplichten tot ongeveer 0,3 meter extra zeespiegelstijging tegen 2300. Wat misschien een bescheiden stijging lijkt, zou grote implicaties hebben voor langetermijnadaptatieplanning.
Het verlengen van emissies op dit pad tot 2090 zou een wereldwijde stijging van ongeveer 0,8 meter vastleggen, waarvan ongeveer 0,6 meter nog steeds kan worden vermeden als de wereld nu begint met emissiereducties in overeenstemming met de Parijs-overeenkomst. Deze verschillen kunnen bepalen of sommige laaggelegen kustgebieden en eilanden bewoonbaar blijven of niet.
“Ons werk benadrukt de langdurige erfenis van de emissies van vandaag en dat adaptatieplanning rekening moet houden met eeuwen vooruit,” merkt Matthew Palmer van het UK Met Office op, een co-auteur van de studie. “We illustreren ook dat sommige regio’s, zoals de kwetsbare eilanden in de Stille Oceaan, een nog hogere zeespiegelstijging zullen ervaren dan het wereldgemiddelde. Deze regionale en lokale veranderingen moeten veel gedetailleerder worden begrepen en opgelost om besluitvormers beter te informeren.”
De auteurs hebben geprobeerd te bepalen hoeveel toekomstige zeespiegelstijging al is vastgelegd door eerdere en nabij-termijn emissies, en ze tonen aan hoe sterk keuzes in de komende decennia de uitkomsten eeuwen later beïnvloeden. “Deze keuzes zullen bepalen wanneer meer adaptatielimieten zullen worden bereikt en hoeveel adaptatieopties er nog overblijven voor kustgemeenschappen in kwetsbare gebieden,” merkt co-auteur Aimée Slangen van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op. “Het verschil tussen beslissende klimaatactie vandaag en voortdurende hoge emissies wordt niet alleen gemeten in graden van opwarming, maar ook in meters zeespiegelstijging die de kusten wereldwijd eeuwenlang opnieuw zullen vormgeven. Belangrijk is dat we laten zien dat we nog steeds de kans hebben om de toekomende generaties te beschermen tegen de zeespiegelstijging die we doorgeven,” concludeert Nauels.
