Verlaagde Nederlandse vennootschapsbelasting moet worden afgeschaft, helpt kleine bedrijven niet
CPB: Lage vennootschapsbelasting niet geschikt voor MKB
De lage vennootschapsbelasting (vpb) is niet geschikt om kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) te ondersteunen en het zou beter zijn deze af te schaffen, aldus het Centraal Planbureau (CPB) na eigen onderzoek. De vennootschapsbelasting is de belasting die besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen en vergelijkbare bedrijven betalen over hun winst.
Volgens het CPB sluit het systeem niet aan bij de problemen waarmee MKB’s te maken hebben, en de voordelen komen voornamelijk ten goede aan bedrijven waarvoor dit niet bedoeld is. “Van de 3 miljard euro aan belastingvoordelen die de lage vennootschapsbelasting dit jaar oplevert, zal meer dan de helft terechtkomen bij andere soorten bedrijven, zoals investeringsmaatschappijen en zelfstandigen zonder personeel. Het systeem is daardoor niet erg gericht en een inefficiënte manier om MKB’s te stimuleren,” concludeerden de onderzoekers.
Een lagere vennootschapsbelasting van 19 procent geldt voor winsten tot 200.000 euro. In de periode van 2007 tot 2021 is het aantal bedrijven dat gebruikmaakt van het lage tarief verdubbeld van 200.000 naar 400.000. “Echter, ongeveer 25 tot 45 procent van de MKB’s profiteert elk jaar niet van de lage vennootschapsbelasting,” legt het CPB uit.
Volgens het bureau betekent het afschaffen van het systeem niet noodzakelijkerwijs een verhoging van de kosten voor bedrijven. “Het huidige budget kan ook op andere manieren voor bedrijven worden ingezet, zoals een lager algemeen tarief. Wanneer het doel is om specifieke economische activiteiten zoals investeringen en innovatie te bevorderen, zijn gerichte prikkels een beter alternatief.”
De studie is in opdracht van het Ministerie van Financiën uitgevoerd. In principe moet het ministerie een regeling afschaffen of aanpassen als een evaluatie ongunstig is, of tenminste uitleggen waarom het wil doorgaan. Het kabinet zal voor de zomer reageren op de beoordeling van het CPB.