Vastgoedsector in gevaar? Meer landen kunnen Spanje’s belastingmaatregelen volgen

Frankrijk, Griekenland en Portugal kunnen Spanje volgen in het aanpassen van onroerendgoedbelastingen en mogelijk aanzienlijke wijzigingen aanbrengen in een poging om hun respectieve woningcrises aan te pakken en onroerend goed betaalbaarder te maken voor bewoners.

Na het recent voorgestelde belastingtarief van 100% op onroerend goed voor niet-EU-kopers in Spanje, zijn er toenemende zorgen dat andere grote Europese landen zoals Griekenland, Frankrijk en Portugal mogelijk hetzelfde zullen doen. Nieuwe onderzoeken van verhuisspecialisten bij 1st Move International hebben gewaarschuwd dat dit scenario een grote impact kan hebben op de vastgoedsector van de EU, wat het voor Britse kopers, onder anderen, bijzonder moeilijk kan maken om tweede woningen in het buitenland te kopen.

Volgens gegevens van 1st Move International waren Portugal, Spanje, Frankrijk en Duitsland in 2024 enkele van de populairste bestemmingen voor Britse kopers die naar het buitenland wilden verhuizen. Echter, striktere regels en stijgende kosten kunnen er mogelijk toe leiden dat andere aantrekkelijke bestemmingen opkomen.

Mike Harvey, algemeen directeur bij 1st Move International, zei in een e-mail: “De beslissing van Spanje om belastingen op buitenlandse onroerendgoedkopers op te leggen, heeft een significante precedent gezet, waarbij andere populaire toeristische landen zoals Frankrijk, Griekenland en Portugal nu vergelijkbare maatregelen overwegen.” Hij voegde eraan toe: “Hoewel deze beleidsmaatregelen zijn bedoeld om woningtekorten aan te pakken, kunnen ze onbedoelde gevolgen hebben voor digitale nomaden, gepensioneerden en internationale kopers die bijdragen aan lokale economieën.”

Impact van een mogelijke 100% onroerendgoedbelasting op Europese economieën

Landen zoals Frankrijk, Griekenland en Portugal hebben al te maken met een toenemend probleem van overtoerisme, wat de huurprijzen heeft opgedreven en het veel moeilijker maakt voor de lokale bevolking om betaalbare woningen te vinden. Spanje heeft ook aangekondigd dat het gouden visumprogramma eindigt op 3 april 2025. Dit programma, ook bekend als het verblijfsprogramma via investeringen, stelt buitenlandse burgers in staat om legaal in Spanje te verblijven in ruil voor een investering in onroerend goed, staatsobligaties of aandelen.

Dit programma eindigt voornamelijk om Spanje’s woningcrisis aan te pakken en onroerend goed betaalbaarder te maken voor de lokale bevolking. Evenzo maken Griekenland, Portugal en Frankrijk ook stappen om overtoerisme aan te pakken, zoals het straffen van kortetermijnverhuur, zich meer richten op duurzame toerismepraktijken en het promoten van minder populaire en niche toeristische bestemmingen.

Deze landen zijn echter nog steeds sterk afhankelijk van toerisme en buitenlandse investeringen, vooral in de vastgoedsector, om hun economieën te stimuleren. Daarom kan een onroerendgoedbelasting van 100% verstrekkende gevolgen hebben voor de economische groei, vooral als alternatieve inkomstenbronnen en investeringsstromen niet gelijktijdig worden ontwikkeld.

Harvey merkte op: “Een belasting van 100% op buitenlandse kopers kan de concurrentiekracht en economische stabiliteit van Griekenland schaden. Het land probeert al woningdruk te verlichten door nieuwe kortetermijnverhuurvergunningen in belangrijke gebieden van Athene te verbieden. Verdere veranderingen kunnen de investeringen verminderen en zowel de vastgoedmarkt als de lokale economie beïnvloeden.”

Het toerisme in Frankrijk draagt bij aan ongeveer 9% van het BBP, met een toerisme-inkomen van $68,6 miljard (€66,4 miljard) in 2023 – een stijging van 110% ten opzichte van 2020. Extra belastingen op buitenlandse kopers kunnen de markt onder druk zetten, wat de vastgoedinvesteringen en het toerisme kan vertragen.

Het toerisme in Portugal draagt bij aan 15% van het BBP, met een verwachte omzet van €25,1 miljard in 2023 en €66,5 miljard tegen 2034. Echter, met de invoering van nieuwe onroerendgoedbelastingen voor buitenlandse kopers, kan deze groei in gevaar komen. Portugal blijft een topbestemming voor Britten, maar de invoering van deze belastingen kan die interesse verminderen, wat zowel de vastgoedmarkt als de bredere economie beïnvloedt.

Waar kunnen Britse kopers nu naartoe verhuizen?

Met populaire Europese bestemmingen voor tweede woningen die nu geconfronteerd worden met verhoogde belasting- en kostonzekerheid, kijken verschillende Britse kopers verder naar het buitenland om te verhuizen. Volgens 1st Move International waren de VS, Australië, de VAE, Canada en Nieuw-Zeeland tussen 2022 en 2024 de topbestemmingen voor Britten die wilden verhuizen. Andere bestemmingen waren Cyprus, Zuid-Afrika, Singapore, Saoedi-Arabië en de Kaaimaneilanden.

Meer lucratieve carrière- en verdienmogelijkheden, lagere belastingen, een betere levenskwaliteit en natuurlijke landschappen zijn enkele van de drijfveren die Britten aanzetten om te verhuizen. Een lagere kostprijs en geen taalbarrière in verschillende van deze landen hebben ze ook aantrekkelijker gemaakt.

Harvey merkte op: “Cyprus wordt een steeds populairdere keuze voor Britten die willen verhuizen. Onze interne gegevens tonen aan dat het de 6e meest gewilde bestemming was tussen 2022 en 2024. Het eiland biedt een geweldige mediterrane levensstijl, met zonnig weer, betaalbaar wonen en een gastvrije omgeving.

“Met veel gesproken Engels, belastingvoordelen voor expats en een ontspannen maar levendige sfeer, is het duidelijk waarom Cyprus aan populariteit wint als topbestemming voor degenen die op zoek zijn naar een levendig leven in het buitenland.”