Tweederde van de starters op de woningmarkt is pessimistisch over het vinden van een huis
Meer dan twee derde van de mensen die binnen twee jaar hun eerste huis willen kopen, is pessimistisch over de haalbaarheid hiervan. Een deel van deze groep is ook gefrustreerd over de concurrentie met huiseigenaren die hun eigen vermogen kunnen gebruiken bij de aankoop. Dit meldt ING op basis van een studie onder 1.261 huiseigenaren en starters die van plan zijn om binnen twee jaar een huis te kopen.
Meer dan een derde van de huiseigenaren schat hun eigen vermogen – de waarde van hun huis minus wat ze nog op hun hypotheek verschuldigd zijn – tussen de 50.000 en 150.000 euro. Bijna de helft denkt zelfs dat ze nog meer hebben. “Het is opvallend dat de huizenprijzen zo snel zijn gestegen dat een groot deel [40 procent] van de huiseigenaren hun huis niet meer zou kunnen betalen als ze volledige financiering zouden hebben,” zegt ING-onderzoeker Wim Flikweert.
Het steeds toenemende eigen vermogen geeft bestaande huiseigenaren een sterkere positie bij het kopen van een huis, omdat ze meer eigen geld hebben om te bieden. Deze situatie frustreert 25 procent van de starters, en 40 procent is jaloers op het eigen vermogen van huiseigenaren, volgens de bevindingen van ING. Meer dan de helft verwacht dat deze kloof in de komende vijf tot tien jaar zal groeien.
Mensen die net de markt voor koopwoningen betreden, hebben het al moeilijk om betaalbare woningen te vinden. Volgens het CBS was de gemiddelde transactieprijs in oktober €467.355. ING ontdekte dat 68 procent van de starters niet het budget heeft om een huis te kopen, of niets kan vinden binnen hun huidige budget. Bijna de helft van de starters die momenteel huren, zegt moeite te hebben om iets te sparen door hun hoge huur.
92 procent van de huiseigenaren is tevreden met hun eigen vermogen of denkt dat ze dit hebben verdiend door op het juiste moment een huis te kopen. Het eigen vermogen is gegroeid door de stijgende huizenprijzen en het aflossen van hypotheken door huiseigenaren.
