Tegen de vrees van India: Bangladesh sluit zich niet aan bij een China-Pakistan as
Nieuwe Percepties in New Delhi over Bangladesh’s Buitenlands Beleid
In New Delhi groeit de perceptie dat Bangladesh, onder de interim-leiderschap van Muhammad Yunus, mogelijk zijn buitenlands beleid heroverweegt en zich verwijdert van de openlijke nabijheid die onder voormalig premier Sheikh Hasina te zien was. Op 8 juli sprak de Indiase chef defensie staf, Anil Chauhan, duidelijke woorden tijdens een bijeenkomst van de Observer Research Foundation in New Delhi, waarbij hij zijn bezorgdheid uitte over een opkomende alignatie van strategische belangen tussen China, Pakistan en Bangladesh.
De generaal waarschuwde dat een dergelijke trilaterale convergentie, als deze aan kracht wint, ernstige implicaties kan hebben voor de veiligheid van India en het regionale machtsevenwicht kan verstoren. Zijn opmerkingen volgden op een veelbesproken foto uit Kunming, China, waarop diplomaten van de drie landen te zien zijn tijdens de inaugurele trilaterale gesprekken die plaatsvonden naast regionale economische fora. Hoewel de bijeenkomst officieel werd gepresenteerd als een diplomatiek engagement, heeft de foto golven van bezorgdheid veroorzaakt binnen de strategische gemeenschap van India.
Bangladesh, zich bewust van de gevoeligheden die hiermee gepaard gaan, heeft snel gereageerd om het narratief te beheersen. Touhid Hossain, adviseur buitenlandse zaken van de interim-regering in Dhaka, verklaarde publiekelijk dat er geen intentie is om deel te nemen aan blok-gebaseerde of vijandige allianties. Dhaka herhaalde dat het buitenlands beleid stevig non-gealigneerd blijft en gebaseerd is op soevereine autonomie.
Ondanks deze verzekeringen lijkt de strategische afweging in New Delhi te verschuiven. Er is nu een groeiend gevoel in New Delhi dat Bangladesh onder het interim-leiderschap van Yunus zijn buitenlands beleid mogelijk heroverweegt, waarbij het zich verwijdert van de openlijke nabijheid die onder Hasina te zien was. Onder Hasina genoten India en Bangladesh van ongewoon warme banden, gekenmerkt door diepe veiligheidscoƶperatie, grensoverschrijdende connectiviteitsprojecten en gedeelde regionale doelstellingen. Dhaka nam sterke maatregelen tegen anti-Indiase opstandelingen, gaf India toegang tot transportroutes door het Bengaalse grondgebied en alignerde zich over het algemeen met de strategische prioriteiten van New Delhi.
Of deze verschuiving nu werkelijk is of slechts waargenomen, het beĆÆnvloedt hoe India het regionale landschap interpreteert. Chauhan vestigde ook de aandacht op een bredere, verontrustende trend: Externe machten ā voornamelijk China ā maken gebruik van economische kwetsbaarheden in de Indische Oceaanregio om hun invloed te verdiepen. Met landen zoals Sri Lanka en Pakistan die steeds meer afhankelijk zijn van Chinese investeringen en hulp, groeien de zorgen dat Peking India systematisch encircled door middel van zachte macht.
De situatie van Bangladesh blijft echter enigszins uniek. De economie, hoewel onder druk, is relatief veerkrachtig en Dhaka blijft pragmatische, op belangen gebaseerde diplomatie benadrukken boven ideologische afstemming. De bijeenkomst in Kunming, hoewel symbolisch geladen, vertegenwoordigt nog geen formele strategische heroriƫntatie.
Desondanks markeert de vorming van een trilateraal kader een belangrijke ontwikkeling. In tegenstelling tot eerdere bilaterale engagements introduceert dit format een nieuwe dimensie van coƶrdinatie die zich op onvoorspelbare manieren kan ontwikkelen. De echo’s van de geschiedenis zijn moeilijk te negeren. In de jaren ’60 handhaafden China en Pakistan een nauwe strategische as die stilzwijgend Oost-Pakistan omvatte ā wat nu Bangladesh is. Deze configuratie viel uiteen in 1971 met de onafhankelijkheid van Bangladesh.
Vandaag de dag suggereren subtiele signalen echter dat elementen van die strategische driehoek opnieuw opduiken ā ditmaal in een complexer geopolitiek theater. Voor Beijing dient het verdiepen van de banden met zowel Pakistan als Bangladesh zijn bredere doelstelling van consolidatie van invloed in Zuid-AziĆ« en de Indische Oceaan. Voor Islamabad biedt het een laag van diplomatiek isolatie en strategische invloed. Voor Dhaka is de relatie meer tactisch ā een poging om zich in te dekken tegen regionale volatiliteit op een moment dat de eens zo stabiele banden met New Delhi steeds onzekerder lijken.
De voorzichtige houding van Bangladesh wordt ook gevormd door onvoorspelbare binnenlandse politiek. Sinds de protesten in juli en de installatie van een interim-regering is de interne cohesie afgenomen. Polarisatie neemt toe en met nationale verkiezingen die begin 2026 op de agenda staan, is de prioriteit van de regering stabiliteit, niet strategie. Buitenlands beleid in dit klimaat is reactief ā niet transformerend.
Dhaka begrijpt de risico’s van te ver leunen in welke richting dan ook. Aanhoudende historische wrok tegen Pakistan blijft politiek gevoelig, terwijl een overmatige afhankelijkheid van China cruciale handels- en diplomatieke banden met het Westen, met name de Verenigde Staten, zou onder druk zetten, waar zorgen over democratische achteruitgang en mensenrechten zijn toegenomen.
In deze context zou elke openlijke strategische alignatie onnodige scrutinie en negatieve reacties kunnen uitlokken. De bijeenkomst in Kunming, ondanks de symboliek, was voornamelijk economisch van aard ā met aandacht voor handel, connectiviteit, infrastructuur en culturele samenwerking. Echter, toen China en Pakistan het voorstel deden om trilaterale samenwerking te institutionalisereren door middel van een gezamenlijke werkgroep, toonde Bangladesh zich terughoudend. Dit was geen besluiteloosheid. Het was een weloverwogen, berekende weigering.
Het buitenlandse beleid van Dhaka is al lange tijd gedefinieerd door “betrokkenheid zonder verstrengeling”. Het onderhoudt open kanalen met alle grote machten, terwijl het de valkuilen van blokpolitiek vermijdt. Deze non-gealigneerde houding is een kernprincipe dat zijn diplomatie stuurt. Bangladesh verwelkomt dialoog en economische samenwerking, maar trekt een duidelijke lijn bij militaire of strategische afstemming.
Voor India vereist het interpreteren van de bewegingen van Bangladesh nuance. Terwijl Dhaka doorgaat met het verbreden van zijn internationale partnerschappen, heeft het zijn cruciale rol in de veiligheidsafweging van India, met name in de noord-oostelijke regio, niet verlaten. De uitdaging voor New Delhi is niet alleen om opkomende partnerschappen te monitoren, maar ook om de waarde van zijn eigen banden te versterken.
Tijdens de jaren 2000 en 2010 was de veiligheidscoƶperatie tussen New Delhi en Dhaka onder Hasina’s Awami Liga cruciaal voor het stabiliseren van de grensregio. De beslissende onderdrukking van militante groepen door Bangladesh, samen met nauwe coƶrdinatie met Indiase inlichtingendiensten en veiligheidsinstanties, speelde een cruciale rol in het onderdrukken van opstandige bedreigingen.
Vandaag de dag, met de banden van India met zowel China als Pakistan onder zware druk, worden alle waargenomen verschuivingen in de houding van Dhaka intensief bekeken in New Delhi. De vrees dat Beijing en Islamabad Bangladesh zouden kunnen gebruiken als een strategische hefboom om asymmetrische druk uit te oefenen, blijft diep verankerd in de veiligheidsmentaliteit van India.
Toch onthult de expliciete afwijzing door Bangladesh van de voorgestelde trilaterale werkgroep een helder begrip van deze gevoeligheden. Het benadrukt de intentie van Dhaka om zich te onthouden van acties die regionale spanningen zouden kunnen escaleren. Deze evoluerende dynamiek vormt een dubbele uitdaging voor India: Het vraagt om een herberekende reactie die verder gaat dan reactieve defensiviteit. New Delhi moet een meer verfijnde, toekomstgerichte strategie omarmen ā een strategie die de oude politieke loyaliteiten overstijgt en zich aanpast aan de verschuivende diplomatieke contouren van Zuid-AziĆ«.