Sorry, meneer Gates, uw miljarden zullen Afrika niet redden
OPINIE
Het is tijd om de realiteit onder ogen te zien: geen enkele hoeveelheid buitenlandse hulp kan de gevolgen van slecht bestuur en politieke straffeloosheid in Afrika oplossen. Bill Gates, de tweede rijkste persoon ter wereld en mede-oprichter van de Bill & Melinda Gates Foundation, heeft aangekondigd dat hij de komende 20 jaar 99 procent van zijn bijna 200 miljard dollar aan vermogen zal schenken voor het verbeteren van de primaire gezondheidszorg en onderwijs in Afrika. Dit opmerkelijke filantropische aanbod volgt op zijn belofte om ‘virtueel al’ zijn rijkdom te doneren voordat de Gates Foundation op 31 december 2045 sluit.
Tijdens een bijeenkomst in de Nelson Mandela Hall van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba, Ethiopië, verwelkomde de voormalige eerste dame van Mozambique, Graca Machel, deze aankondiging. Ze beschreef de huidige situatie op het continent als een “crisis” en zei: “We rekenen op de standvastige inzet van de heer Gates om deze transformatie samen met ons voort te zetten.”
De Gates Foundation is al meer dan twee decennia actief in Afrika, met name in Burkina Faso, Ethiopië, Kenia, Nigeria, Senegal en Zuid-Afrika. Hoewel de stichting talloze programma’s heeft gefinancierd op het gebied van voeding, gezondheidszorg, landbouw, water en sanitaire voorzieningen, gendergelijkheid en financiële inclusie, is haar impact onderwerp van uitgebreide kritiek geweest. De effectiviteit en duurzaamheid van de landbouwinterventies van de stichting, vooral het door AGRA (Alliance for a Green Revolution in Africa) gepromote Groene Revolutie-model, zijn in twijfel getrokken. Dit model, dat is opgericht in 2006 door de Rockefeller- en Gates-stichtingen, had tot doel de voedselzekerheid te verbeteren voor 30 miljoen kleine boeren in 11 sub-Sahara Afrikaanse landen, maar heeft tot nu toe gefaald.
Deskundigen wijzen erop dat de Groene Revolutie niet alleen tekortschiet in het verlichten van honger en armoede, maar deze mogelijk zelfs verergert. Veelvoorkomende problemen zijn stijgende schulden bij boeren, toegenomen pesticidegebruik, milieuvervuiling en een afname van de diversiteit in gewassen. De beperkingen van Gates’ landbouwambities zijn dan ook weinig verrassend, gezien het feit dat het model is geworteld in de Amerikaanse Groene Revolutie van de jaren ’40 en ’50, die verbonden is met koloniale landbouwsystemen en raciale machtsstructuren.
De Gates Foundation lijkt meer gericht op het bevoordelen van westerse onderzoekers en bedrijven dan op de kleine boeren en lokale experts die zij zegt te willen helpen. Keniaanse agro-ecoloog Celestine Otieno heeft dit model zelfs beschreven als “voedselslavernij” en een “tweede fase van kolonisatie”.
Daarnaast zijn de wereldwijde gezondheidsprogramma’s van de stichting bekritiseerd omdat ze technische oplossingen bevorderen die de diepgewortelde historische en politieke oorzaken van gezondheidsongelijkheid negeren. Het gebrek aan transparantie en lokale verantwoording in de uitvoering van deze programma’s in arme gemeenschappen is ook zorgwekkend.
Zoals Gwilym David Blunt, een politieke filosoof, opmerkt, geeft transnationale filantropie, zoals die van de Gates Foundation, de ultra-rijke een onevenredige invloed op publieke prioriteiten. Dit ondermijnt het principe van autonomie dat essentieel is voor een rechtvaardige wereldorde, inclusief het recht van Afrikanen om hun eigen toekomst vorm te geven.
De Afrikaanse landen die samenwerken met de Gates Foundation blijven echter geconfronteerd met de blijvende problemen van buitenlandse economische interventies en chronische afhankelijkheid van hulp. Zuid-Afrika, Ethiopië, Kenia en Nigeria kampen allemaal met de gevolgen van bezuinigingen van de VS op internationale ontwikkelingshulp.
Desondanks is de filantropie van Gates slechts een deel van een veel groter probleem. Geen enkele hoeveelheid hulp kan de afwezigheid van visionair, ethisch en verantwoordelijk leiderschap compenseren – of de politieke instabiliteit die delen van het continent plaagt. In deze leemte stappen figuren zoals Gates naar voren. Maar deze interventies kunnen politiek expedient zijn en verbergen vaak diepere systeemfouten.
Op 1 juni ontving Gates de Grootste Orde van Verdienste van Ethiopië ter erkenning van 25 jaar bijdragen aan het land. Echter, zelfs Gates zou waarschijnlijk erkennen dat Ethiopië nog steeds gebukt gaat onder corruptie, bureaucratische inefficiëntie en aanhoudend slecht beheer van publieke middelen.
De nationalistische retoriek van premier Abiy Ahmed en desastreuze interne beleidsmaatregelen droegen bij aan de burgeroorlog van 2020-2022, die het leven kostte aan tot 600.000 mensen. Hoewel het conflict officieel eindigde in november 2022, wachten miljoenen nog steeds op gerechtigheid. Mensenrechtenschendingen blijven wijdverspreid, met weinig verantwoordelijkheid voor de wreedheden die in Tigray en Oromia zijn begaan.
Ondanks overweldigend bewijs ontkent Abiy elke schuld van zijn leger. Dergelijke uitspraken benadrukken enkel de diepe leiderschapscrisis waarmee Ethiopië geconfronteerd wordt.
Wat Ethiopië – en vele andere Afrikaanse staten – dringend nodig heeft, is geen nieuwe golf van Westerse geld, maar een radicale herziening van het bestuur. Gates’ bijdragen kunnen paradoxaal genoeg de systemen van straffeloosheid en dysfunctioneren steunen die echte vooruitgang blokkeren.
Daarom was Machels reactie op Gates’ aankondiging zo teleurstellend. In plaats van de belofte van meer Westerse hulp te vieren, had ze deze gelegenheid moeten aangrijpen om eerlijk te spreken over de diepere crisis in Afrika: corrupt, extractief en niet-rechtdoenend leiderschap. Haar suggestie dat Afrikanen eindeloos op buitenlandse welwillendheid moeten vertrouwen, is niet alleen misplaatst – het versterkt ook de machtsdynamiek die filantropie claimt te verstoren.
Ja, Gates’ beslissing om het grootste deel van zijn vermogen aan Afrika te doneren is bewonderenswaardig. Maar als buitenstaander, ondergedompeld in de logica van “witte redder” en “filantrokapitalisme”, kan hij de zelfopgelegde wonden van het continent niet genezen. Geen enkele buitenlandse miljardair kan dat. Alleen Afrikanen – door middel van transparant, moedig en lokaal gedreven leiderschap – kunnen dat.
