Protest in Den Haag tegen bezuinigingen op onderwijsbudget; Burgemeesters verzoeken premier om heroverweging
Protest tegen bezuinigingen op het hoger onderwijs in Den Haag
Docenten en studenten zullen maandagmiddag op het Malieveld in Den Haag protesteren tegen de plannen van de overheid om de budgetten voor het hoger onderwijs aanzienlijk te verlagen. Burgemeesters, universiteiten en hogescholen hebben opnieuw een oproep gedaan aan de regering om de bezuinigingen te schrappen in een open brief die maandag is gepubliceerd.
Minister Eppo Bruins van Onderwijs is van plan om 342 miljoen euro aan subsidies voor onderwijs en wetenschap te snijden. Op maandag heeft het Netwerk van Kennissteden, een samenwerking van universiteiten, hogescholen en de burgemeesters van de steden waarin zij zich bevinden, opnieuw premier Dick Schoof gevraagd om de bezuinigingen op het hoger onderwijs niet door te voeren. Zij noemden de geplande bezuinigingen “in strijd met de doelstelling van de regering om onze verdiencapaciteit te versterken en ons land opnieuw tot een van de top 5 meest competitieve landen ter wereld te maken.”
Voorzitter Floor Vermeulen, tevens burgemeester van Wageningen, noemde de geplande bezuinigingen “zeer onverstandig” en schadelijk voor de toekomst van Nederland. Vermeulen wees erop dat onderwijs essentieel is voor het vinden van oplossingen voor maatschappelijke problemen en innovatie. “Bedrijven vestigen zich graag in de nabijheid van universiteiten en hogescholen vanwege de beschikbaarheid van talent, faciliteiten en kennis,” aldus Vermeulen. “De bezuinigingen dreigen ervoor te zorgen dat onderwijs- en onderzoeksfaciliteiten verdwijnen en, in combinatie met verdere bezuinigingen in het middelbaar beroepsonderwijs, zal dit leiden tot een verslechtering van de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt,” schreef het Netwerk.
“Dit zal de productiviteit en innovatieve kracht van Nederland verder verzwakken. De positie die we lokaal hebben opgebouwd, en waarop we zo hard hebben gewerkt, zal worden aangetast.” Minister Bruins zelf noemde de bezuinigingen “pijnlijk.”