Poetin eist Amerikaanse erkenning van Russische overwinningen in Oekraïne als legitiem
Kunstenares Alexey Sergienko loopt naar zijn schilderij, Vrede voor de Wereld, dat een combinatie van de gezichten van de Russische president Vladimir Poetin en de Amerikaanse president Donald Trump toont in de Sergienko-galerij in Sint-Petersburg, Rusland. De bewoners van het Kremlin zijn door de geschiedenis heen gedreven door de wens om erkend te worden als een “Grote Macht”. Deze ambities worden verkend door de Russisch-Britse historicus Sergey Radchenko in zijn boek To Run the World: The Kremlin’s Cold War Bid for Global Power.
Radchenko stelt dat de Koude Oorlog twee tegenovergestelde machten had: de Sovjetunie en de Verenigde Staten. In de huidige context lijkt de concurrentie meer tussen de Verenigde Staten en China te liggen, waarbij Rusland niet echt in dezelfde competitie staat. Ook al zou Poetin dat graag willen, Rusland is niet echt vergelijkbaar met China en de Verenigde Staten. Tijdens de Koude Oorlog was er een duidelijke tegenstelling tussen de twee rivaliserende kampen: de kapitalistische wereld en de socialistische wereld. Tegenwoordig lijkt het erop dat de Verenigde Staten, zeker onder president Trump, en Rusland meer in lijn zijn dan dat hun waarden in tegenspraak zijn. Het idee van democratie versus autocratie horen we niet meer zo vaak.
Maar er zijn ook continuïteiten; de belangrijkste lijkt de aanwezigheid van nucleaire wapens te zijn, die onvermijdelijk een groot onderdeel van het geheel blijven. Radchenko ziet dit als de grootste continuïteit tussen de Koude Oorlog en de periode erna. Hij stelt dat de buitenlandse beleid van de Sovjetunie, China en het huidige Rusland voornamelijk wordt gedreven door de wens erkend te worden als legitieme Grote Mogendheden. Dit was al het geval tijdens de Koude Oorlog, toen ze erkenning zochten voor hun status als een evenwaardige supermacht met vergelijkbare rechten als die van de Verenigde Staten.
Zelfs Stalin had deze behoefte aan erkenning. Hij stelde dat kleinere winst, maar met Amerikaanse erkenning, beter was dan grotere winst zonder deze erkenning. De principes van externe erkenning, vooral Amerikaanse erkenning van Sovjetwinsten, zijn door blijven bestaan en hebben invloed gehad op het huidige Russische buitenlands beleid. Wat Poetin bovenal wil, is Amerikaanse erkenning van de Russische winsten in Oekraïne als legitiem. Hij is geobsedeerd door dit idee en gelooft dat hij het lot van Oekraïne kan bepalen, ongeacht de wensen van de Oekraïners en Europeanen.
Radchenko beschrijft Poetin’s visie als een 19de-eeuwse kijk op Rusland als een Grote Macht in het centrum van zijn eigen invloedsfeer, waar het zijn macht op buren kan uitoefenen. De Sovjetleiders beschouwden landen in de directe nabijheid van de Sovjetunie ook als onderdeel van hun invloedsfeer. Ze voelden zich gerechtigd tot deze macht, zoals blijkt uit het gesprek tussen de Sovjetpremier Nikita Chroesjtsjov en Fidel Castro in 1963, waarin Chroesjtsjov verklaarde dat de Sovjetunie recht had op leiderschap binnen het socialistische kamp.
Radchenko legt uit dat als Rusland en Poetin zich in hun grootheidsgevoel bedreigd voelen, ze de verantwoordelijkheid voelen om dit door geweld te bevestigen, wat zichtbaar is in de invasie van Oekraïne. Landen die binnen deze invloedsfeer vallen, moeten voldoen aan de wensen van het Kremlin; als iemand dat niet doet, zoals Oekraïne, biedt dat een reden om hen te straffen.
Bij een bredere kijk lijkt het erop dat als Rusland recht heeft op zijn invloedsfeer, andere Grote Mogendheden dat ook zouden moeten hebben. Dit denkt Poetin op een vergelijkbare manier als Trump, die de wereld beschouwt als een speelplaats voor de Verenigde Staten. Tijdens de Koude Oorlog werd elke uitdaging aan de wereldwijde belangen van Amerika als significant beschouwd. Vandaag de dag lijkt Trumps visie meer inward gericht, waarbij de wereldwijde belangen van de VS niet meer de prioriteit zijn.
Radchenko merkt op dat Amerika aanvankelijk de Grote Macht was die erkend wilde worden, maar geleidelijk ook China als een bijna natuurlijke Grote Macht begon te beschouwen. Tegelijkertijd ontwikkelden ze een negatieve kijk op veel Europese landen, met de conclusie dat Europa een uitgeputte kracht was. Rusland probeert nu een balans te vinden tussen het uitstralen van zijn imperialistische grootheid en de interne problemen, waarbij de kwaliteit van leven niet zo hoog is als het zou kunnen zijn. Echter, de situatie is niet zo nijpend als tijdens de Sovjetunie, wat een grotere veerkracht mogelijk maakt dan het Sovjetmodel ooit deed.