Persoonlijke gemiddelde belastingtarieven in Europa: Welke landen kenden de grootste stijging in 2024?
Belastingdruk op Werkenden in Europa in 2024: Een Overzicht
De belastingdruk op werknemers, bestaande uit inkomstenbelasting en sociale zekerheidsbijdragen, varieert sterk door heel Europa. In 2024 heeft deze belastingdruk in sommige landen een aanzienlijke verandering ondergaan, met opmerkelijke stijgingen en dalingen.
Werknemers betalen niet alleen inkomstenbelasting, maar ook sociale zekerheidsbijdragen. Samen vormen deze twee componenten het persoonlijke gemiddelde belastingtarief, uitgedrukt als een percentage van het brutoloon. Dit gecombineerde tarief wordt vaak aangeduid als de “belastingdruk”. De persoonlijke gemiddelde belastingtarieven verschillen aanzienlijk in Europa en veranderen meestal jaarlijks in de meeste landen, wat een directe invloed heeft op de netto-inkomsten.
Welke landen hadden in 2024 de hoogste persoonlijke inkomstenbelasting en sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers? En waar werden de grootste jaarlijkse stijgingen of dalingen in persoonlijke gemiddelde belastingtarieven waargenomen?
Volgens gegevens van de OESO en Eurostat varieerde de persoonlijke inkomstenbelasting in EU-landen, het VK, drie EFTA-leden en het kandidaat-land Turkije van 4,1% in Cyprus tot 35,7% in Belgiƫ. Deze cijfers zijn gebaseerd op het gemiddelde loon van een alleenstaande werknemer zonder kinderen, gepresenteerd in nationale valuta.
Sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers varieerden van nul in Denemarken tot 29,9% in Roemeniƫ, gevolgd door Sloveniƫ met 23,6%. Deze tarieven omvatten niet wat werkgevers ook voor sociale zekerheid betalen, wat vaak gelijk is aan of zelfs meer is dan het aandeel van de werknemer.
Significante Verschillen in Belastingtarieven
In 2024 varieerden de persoonlijke gemiddelde belastingtarieven van 15,6% in Cyprus tot 39,7% in Belgiƫ. Dit betekent dat twee van elke vijf euro in het brutoloon naar belastingen ging in Belgiƫ. In zeven EU-landen overschreden de persoonlijke gemiddelde belastingtarieven ƩƩn derde van de brutolonen. Naast Belgiƫ omvatte deze groep Litouwen (38,2%), Duitsland (37,4%), Roemeniƫ (36,9%), Denemarken (35,7%), Sloveniƫ (35,6%) en Hongarije (33,5%).
Daarnaast overschreden vijf andere EU-landen de 30%: Oostenrijk (32,7%), Luxemburg (32,1%), Kroatiƫ (30,9%), Italiƫ (30,4%) en Finland (30,3%). In totaal gaat in 12 EU-landen minstens drie van elke tien euro van het salaris van een werknemer direct naar inkomstenbelasting en sociale zekerheidsbijdragen.
Afgezien van Cyprus is Zwitserland het enige land waar het persoonlijke gemiddelde belastingtarief onder de 20% blijft. Ook onder het 25%-niveau waren Estland (20,5%), Tsjechiƫ (21%), het VK (21,4%), Bulgarije (22,4%), Spanje (22,5%), Zweden (23,1%), Polen (24%) en Slowakije (24,1%).
VK Laagste, Duitsland Hoogste: 16 Percentagepunten Verschil
Van de vijf grootste economieƫn in Europa heeft Duitsland het hoogste persoonlijke gemiddelde belastingtarief van 37,4%. Italiƫ volgt met 30,4%, wat 7 percentagepunten lager is. Frankrijk zit in het midden met 28%. Het VK heeft het laagste tarief van 21,4%, met Spanje net daarboven op 22,5%. Er is een verschil van 16 percentagepunten tussen Duitsland en het VK, wat grotendeels te wijten is aan een aanzienlijk verschil in sociale zekerheidsbijdragen van werknemers: 20,7% versus 5,9%.
Veranderingen in Belastingtarieven in 2024
In meer dan de helft van de landen waren de jaarlijkse veranderingen in persoonlijke gemiddelde belastingtarieven minimaal, variĆ«rend tussen -2% en +2%, met in enkele landen helemaal geen verandering. Echter, sommige landen zagen aanzienlijke stijgingen of dalingen. ItaliĆ« noteerde de grootste stijging, met een stijging van het persoonlijke gemiddelde belastingtarief van 28,3% naar 30,4%āeen toename van 7,5%, of meer dan 2 percentagepunten.
Cyprus volgde met een stijging van 6,9%. Het persoonlijke gemiddelde belastingtarief steeg ook met meer dan 4% in Sloveniƫ, Estland en Tsjechiƫ. Het VK (-8,6%) en Portugal (-8%) waren duidelijke uitschieters in 2024, met grote belastingverlagingen die resulteerden in een daling van het persoonlijke gemiddelde belastingtarief van minstens 8%. In zowel het VK als Portugal daalden de tarieven met meer dan 2 procentpunten.
Twee Noordse landenāZweden en Denemarkenāverlaagden ook hun tarieven, beide met 3,7%. In Zuid-Europa stegen de belastingtarieven over het algemeen in 2024, vooral in ItaliĆ«, Cyprus en Spanje. In Oost-Europa was de trend gemengd, met sommige landen die stijgingen zagen terwijl anderen onveranderd bleven.
Gezinsomstandigheden Tellen Mee
Alle bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een alleenstaande gemiddelde werknemer zonder kinderen. Persoonlijke gemiddelde belastingtarieven kunnen aanzienlijk variƫren afhankelijk van de gezinsomstandigheden, vooral door veranderingen in de inkomstenbelasting. Over het algemeen betalen alleenstaande personen zonder kinderen de hoogste inkomstenbelasting, terwijl huishoudens met kinderen doorgaans minder betalen, wat hun gemiddelde belastingtarief verlaagt.
Voor gegevens over verschillende burgerlijke statussen en gezinstypes, raadpleeg ons uitgebreide artikel over persoonlijke inkomstenbelastingtarieven in Europa.