Parlementaire meerderheid verzet zich tegen debat over gebeurtenissen die bijna tot kabinettenval leidden

Een meerderheid in het parlement is tegen een debat over de gebeurtenissen van afgelopen vrijdag, die bijna leidden tot de val van het kabinet na het ontslag van NSC-staatssecretaris Nora Achahbar. Oppositiepartijen hoopten dat de NSC zou instemmen met het verzoek van Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA. Maar de interim-partijleider van de NSC, Nicolien van Vroonhoven, vond dat er geen behoefte was aan een debat. “Wat ons betreft is de zaak gesloten, we kunnen verder,” zei ze.

Volgens Van Vroonhoven zijn polariserende standpunten vorige week al voldoende besproken in het debat over de onrust in Amsterdam. Geert Wilders, de leider van coalitiepartner PVV, stemde met deze uitspraak in. BBB-leider Caroline van der Plas steunde ook het verzoek voor een debat niet.

“Wat mij betreft was de premier heel duidelijk,” zei Roelien Kamminga van de VVD. Premier Dick Schoof ontkende vrijdag beschuldigingen van racisme binnen het kabinet na langdurige crisisbesprekingen. “Duidelijk is dat zij meer kennis hebben over wat er wel en niet is gezegd dan de andere 146 leden van het parlement,” aldus Timmermans over de zekerheid waarmee de coalitie achter deze woorden stond. De leider van GroenLinks-PvdA wil daarom niet alleen een debat, maar ook de publicatie van de verslagen van de Ministerraad.

Oppositiepartijen ChristenUnie en CDA gingen “met tegenzin” akkoord met het voorstel voor een debat. “Heel Nederland wil dat het kabinet aan de slag gaat en dat de problemen worden opgelost. Maar afgelopen vrijdag kwamen er twijfels over het vertrouwen naar voren. En het is gebruikelijk om daarover te debatteren,” zei Mirjam Bikker van ChristenUnie.

Timmermans heeft een hoofdelijke stemming aangevraagd over zijn debatverzoek. Maar ook dit leidde tot een meerderheid die tegen een debat stemde, waarbij 87 leden van het parlement tegen het verzoek stemden.