Open Brief van Wiskundigen Tegen de Genocide in Gaza
Een Beschadigde Poort van de Al-Aqsa Universiteit in Gaza
Een beschadigde poort van de Al-Aqsa Universiteit, die tijdens de militaire operatie van Israël werd verwoest, staat in Khan Younis in het zuiden van de Gazastrook op 14 april 2024.
Op 7 oktober 2023 voerde Hamas een terroristische aanval uit in Israël, waarbij meer dan 1.200 mensen om het leven kwamen uit een bevolking van 9,5 miljoen, waaronder meer dan 800 burgers en minstens 33 kinderen. Daarnaast raakten ongeveer 5.400 mensen gewond en werden 248 gijzelaars genomen, van wie ongeveer 100 nog steeds in Gaza worden vastgehouden.
Sindsdien heeft de Israëlische regering een reactie van genocidegeweld gelanceerd tegen de Palestijnse bevolking in Gaza, onder het toeziend oog van de internationale gemeenschap. Tegen het einde van oktober 2024 was het aantal geïdentificeerde slachtoffers gestegen tot 43.061, waaronder meer dan 13.735 kinderen, 7.216 vrouwen en 3.447 ouderen, met meer dan 100.000 gewonden in een bevolking van 2,3 miljoen. Duizenden extra slachtoffers liggen nog onder het puin, niet geteld.
Het Israëlische leger veroorzaakt nu bij Palestijnse burgers minstens de equivalent van een aanval op 7 oktober elke tien dagen, en doet dit al meer dan een jaar.
De Secretaris-Generaal van de VN, António Guterres, heeft de situatie in Gaza omschreven als een “crisis van de mensheid”. Naast de zware tol voor burgers heeft deze oorlog geleid tot de massale vernietiging van de Palestijnse civiele infrastructuur en heeft het 90 procent van de bevolking van Gaza gedwongen tot herhaalde verplaatsingen. De meeste ziekenhuizen zijn gebombardeerd en vernietigd, en talloze medische teams zijn omgekomen. Continue aanvallen en blokkades op voedsel, water, brandstof, medicijnen en humanitaire hulp veroorzaken ondragelijk lijden voor de bevolking van Gaza, die wordt geconfronteerd met honger en infectieziekten. Kinderen en andere kwetsbare groepen worden bijzonder hard getroffen.
In oktober 2024 meldde het Palestijnse Ministerie van Onderwijs, gevestigd in Ramallah, dat Israël sinds 7 oktober 2023 meer dan 11.057 schoolkinderen en 681 studenten in Gaza had gedood, en meer dan 16.897 schoolkinderen en 1.468 studenten had verwond. In totaal zijn 441 leraren en onderwijspersoneel omgekomen, en 2.491 gewond geraakt. Minimaal 117 academici in Gaza zijn omgekomen, waaronder Sufian Tayeh, wiskundige en theoretisch natuurkundige, die samen met zijn familie omkwam door een Israëlische bomaanval in het vluchtelingenkamp Jabaliya op 2 december 2023.
Bovendien zijn 406 scholen in Gaza beschadigd, waarvan 77 volledig zijn verwoest. De universiteiten van Gaza zijn ernstig getroffen; 20 instellingen zijn beschadigd, 51 gebouwen zijn volledig gesloopt en 57 gedeeltelijk verwoest. Als gevolg hiervan zijn bijna 88.000 studenten en 700.000 schoolkinderen in Gaza al meer dan een jaar van onderwijs beroofd.
Op 26 januari 2024 oordeelde het Internationaal Gerechtshof (ICJ) dat er een risico op genocide bestond en beval Israël om maatregelen te nemen om dit te voorkomen. Op 28 maart herhaalde het ICJ deze order, waarin het de uitvoering van deze preventieve maatregelen vereiste. Vervolgens beval het ICJ op 24 mei Israël om onmiddellijk zijn militaire offensief in Rafah te staken en de Rafah-overgang open te stellen voor onbelemmerde toegang tot humanitaire diensten en hulp voor burgers.
Deze bevelen lijken volledig genegeerd te zijn, en aanvallen op burgers in Gaza zijn toegenomen, vooral in het noorden, met een duidelijk doel om deze regio van Palestijnen te ontvolken. Op 30 september 2024, na dagen van luchtaanvallen, viel het Israëlische leger ook Libanon binnen, waarbij minstens 1.600 mensen omkwamen en 1,2 miljoen mensen ontheemd raakten.
De mensenrechtenschendingen van de Israëlische regering strekken zich uit buiten de Gazastrook en beginnen niet als een vergelding voor de aanval van Hamas op 7 oktober 2023. In de Westelijke Jordaanoever zijn sinds 7 oktober 2023 79 schoolkinderen en 35 studenten omgekomen, met honderden anderen gewond of gearresteerd. Systematische, wijdverspreide mensenrechtenschendingen, zoals landconfiscatie, plundering van hulpbronnen en rassendiscriminatie, zijn goed gedocumenteerd over 57 jaar bezetting van Palestijnse gebieden en 17 jaar blokkade van Gaza.
Op 19 juli 2024 gaf het ICJ een advies uit over “de juridische gevolgen van Israël’s beleid en praktijken in het bezette Palestijnse gebied (OPT), inclusief Oost-Jeruzalem en Gaza”, waarbij het onmiskenbaar de bezetting van Israël illegaal verklaarde en vroeg om onmiddellijke beëindiging ervan. Het ICJ benadrukte dat de verantwoordelijkheid om deze illegale praktijk niet te steunen, niet alleen bij derde landen ligt, maar ook bij alle instellingen die het internationale recht handhaven, waaronder universiteiten.
De wetenschappelijke gemeenschap heeft zich in het verleden vaak gemobiliseerd om mensenrechten en internationaal recht te verdedigen. In een open brief, gepubliceerd in de New York Times in december 1948 en medeondertekend door Hannah Arendt en Albert Einstein, veroordeelden de auteurs het bezoek van Menahem Begin, leider van de Tnuat Haherut-partij, een voorloper van Likud, met de woorden: “Onder de meest verontrustende politieke fenomenen van onze tijd is de opkomst van de ‘Vrijheidspartij’ (Tnuat Haherut) in de nieuw opgerichte staat Israël, een politieke partij die qua organisatie, methoden, politieke filosofie en sociale aantrekkingskracht sterk lijkt op de Nazi- en Fascistische partijen.”
Al meer dan een jaar begaat de Israëlische regering en haar militaire strijdkrachten dagelijks de equivalent van een Deir Yassin-bloedbad in Gaza, terwijl de wetenschappelijke gemeenschap grotendeels stil blijft. Toch, zoals de bovenstaande open brief aantoont, heeft deze gemeenschap zich altijd sterk verzet tegen aanvallen op burgers, of het nu gaat om de Algerijnse en Vietnamoorlogen of, meer recentelijk, in reactie op de invasie van Oekraïne door Rusland. Wetenschappers, en vooral wiskundigen, kunnen zich niet onverschillig opstellen tegenover de voortdurende genocide in Gaza, vooral nu westerse machten deze misdaad tegen de menselijkheid politiek, diplomatiek en militair lijken te steunen.
Onze Oproep tot Actie
Genoeg is genoeg. We doen een oproep aan onze collega’s om alle wetenschappelijke samenwerking met Israëlische instellingen die de genocide in Gaza en de illegale kolonisatie van Palestina niet expliciet veroordelen, te staken. We moedigen hen ook aan om druk uit te oefenen op onze eigen instellingen om overeenkomsten met deze partners onder dezelfde voorwaarden te beëindigen, in overeenstemming met het internationale recht. Deze positie sluit uiteraard individuele samenwerkingen met Israëlische collega’s niet uit, van wie er 3.400 moedig een oproep aan de internationale gemeenschap hebben ondertekend om “onmiddellijk in te grijpen door mogelijke sancties tegen Israël toe te passen om een onmiddellijke staakt-het-vuren tussen Israël en zijn buren te bereiken, voor de toekomst van de mensen die in Israël/Palestina en de regio wonen, en om hun recht op veiligheid en leven te waarborgen.” Ten slotte eisen we dat onze instellingen de academische vrijheden strikt respecteren en vastberaden de vrijheid van meningsuiting handhaven in overeenstemming met de wet.
