Onderzoekers onthullen droger mid-Holocene in het Tarimbekken, verbonden met noordwaartse verschuiving van de westelijke straalstroom
Onderzoeksteam onthult droger mid-holoceen in Tarimbekken
Het gebied van de Tarimbekken is ongeveer 0,4 miljoen km² groot, gelegen tussen 36–42°N en 74–95°E, en herbergt de grootste zandzee op gematigde breedtegraden, bekend als de Taklamakanwoestijn. De locaties van de studie (AQ16 en YM22) zijn gemarkeerd met gele sterren.
Een onderzoeksteam onder leiding van prof. An Zhisheng en prof. Zhou Weijian van het Instituut voor Aardeomgeving van de Chinese Academie van Wetenschappen (CAS) heeft een innovatieve aanpak ontwikkeld om de tegenstrijdige hydroklimaatimpact van zomermonsoons en westelijke circulatie in het hyper-droge Aziatische binnenland sinds het midden van het holoceen te onderzoeken.
De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Communications Earth & Environment. Het Tarimbekken, de thuisbasis van de Taklamakanwoestijn—de op één na grootste verschuivende zandwoestijn ter wereld—heeft lange tijd te maken gehad met extreem droge omstandigheden, met een jaarlijkse neerslag van minder dan 50 mm, voornamelijk geconcentreerd in de zomermaanden.
Met behulp van nauwkeurige dateringsmethoden analyseerden de onderzoekers verschillende klimaatproxies—zoals korrelgrootte, geochemische elementen en isotopen—uit hoge-resolutie loess-records in de centrale Kunlun-bergen. Dit stelde hen in staat om een uitgebreide studie uit te voeren naar hydrologische en klimatologische veranderingen in het Tarimbekken over de afgelopen 8.000 jaar.
Ze ontdekten dat tijdens het mid-holoceen (8.2–4.2 ka BP, ka BP = duizend jaar voor het heden) de neerslag in de regio scherp afnam door de poleward verschuiving van de subtropische westelijke jet. Deze verschuiving verminderde de neerslag in de omliggende bergketens, wat leidde tot een lagere afvoer stroomafwaarts.
Tegelijkertijd stelde de noordwaartse beweging van de westelijke jet meer tropische vochtigheid in staat om het Tarimbekken binnen te dringen, wat leidde tot een toename van de zomerse neerslag. Ondanks deze lokale verhogingen bleef het algemene klimaat echter relatief droog.
Deze studie suggereert dat een meridionale verschuiving in de westelijke jet, aangestuurd door veranderingen in temperatuurgradiënten op middel- en hoge breedte tijdens de boreale zomer, een cruciale rol speelt bij het reguleren van de gemiddelde watervoorziening in de regio. De interactie met de Aziatische zomermonsoon beïnvloedt deze dynamiek verder. Deze bevindingen bieden waardevolle inzichten in de klimatologische dynamiek van het verleden in droge gebieden en leveren trendgebaseerde projecties voor toekomstige hydrologische en klimatologische veranderingen onder opwarmingsscenario’s.