Nederlandse supermarkten willen Engelse etiketten afdrukken om stijgende prijzen te bestrijden

Topfunctionarissen van grote Nederlandse supermarktketens hebben gepleit voor het beëindigen van de vereiste dat productlabels in het Nederlands moeten zijn. Ze beargumenteren dat deze stap supermarkten zou helpen beter om te gaan met stijgende inkoopkosten, met name van A-merken. Het voorstel, dat naar voren werd gebracht door de leiders van PLUS, Jumbo en Picnic, pleit voor uniforme etikettering binnen de Europese Unie.

Volgens de huidige regelgeving zijn fabrikanten verplicht om Nederlandstalige informatie op productverpakking te vermelden die in Nederland wordt verkocht. Aart van Haren, CEO van PLUS, merkte op dat andere EU-landen minder strenge etiketteringseisen hanteren. “Ik kan me voorstellen dat, als wetgever, je zou kunnen zeggen dat er een Engelstalig label moet zijn, en de leverancier een QR-code kan opnemen die consumenten naar een website leidt met alle talen,” zei hij donderdagavond tijdens een rondetafelgesprek in Oegstgeest, Zuid-Holland. Het gesprek richtte zich op de voortdurende onderhandelingsproblemen met leveranciers.

Malik Azmani, een lid van het Europees Parlement van de VVD, toonde interesse in het bespreken van deze voorstellen in het Europees Parlement. Hij waarschuwde echter dat nieuwe wetgeving één tot twee jaar kan duren om goedgekeurd te worden. “We bevinden ons nog in de beginfase,” voegde hij eraan toe.

Ton van Veen, de vertrekkende CEO van Jumbo, en Joris Beckers, mede-oprichter van Picnic, steunden ook het idee en zeiden dat het kan helpen om de voortdurende prijsdisputen met fabrikanten op te lossen. De supermarktleiders beweren dat meertalige labels bijdragen aan prijsverschillen tussen verschillende landen. Ze suggereren dat A-merken mogelijk hogere prijzen aan Nederlandse supermarkten rekenen dan aan hun tegenhangers in andere EU-landen.

LEZEN  Vijf verdachten van geweld tegen fans van Maccabi Tel Aviv horen vandaag vonnis

Daarnaast roepen de supermarktleiders de Europese Unie op om fabrikanten te verbieden om producten aan supermarkten buiten Nederland te weigeren. Van Veen legde uit dat grote bedrijven zoals Coca-Cola in Duitsland supermarkten kunnen weigeren als ze geen bestaande klant zijn. “Kijk objectief naar wat retailers verdienen. Uiteindelijk is het veel minder dan wat A-merken verdienen. De grote spelers maken 20 tot 25 procent winst, en wij maken slechts 3 tot 4 procent,” zei hij, verwijzend naar de winstmarges van supermarktketens.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *