Nederlandse salarissen stijgen met 1,4% in Q4: regionale en sectorale trends belicht
Stijging van het Mediaansalaris in Nederland
Volgens de laatste loontendensen van Van Spaendonck zijn de mediaansalarissen in Nederland in het vierde kwartaal van 2024 met 1,4 procent gestegen, en komen ze uit op 3.350 euro per maand. Deze gegevens zijn afkomstig van meer dan 1,2 miljoen geanonimiseerde maandelijkse loonstroken van 145.000 Nederlandse bedrijven.
De loongroei gedurende 2024 vertoonde een significante opwaartse trend. De mediaan van de maandelijkse salarissen steeg met 6,3 procent vergeleken met het voorgaande jaar. Over een periode van zes jaar zijn de lonen met meer dan 25 procent gestegen, wat iets boven de cumulatieve inflatie van 24 procent ligt.
Het rapport benadrukte de grote verschillen tussen werknemers die onder collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) vallen en degenen die dat niet doen. Werknemers buiten CAO’s verdienden een mediaansalaris van 3.750 euro, aanzienlijk hoger dan de 3.241 euro die hun vakbondgenoten verdienden. Bijna de helft van alle Nederlandse werknemers valt niet onder een CAO.
Regionale loontendensen vertoonden opmerkelijke variaties. In Zeeland stegen de mediaansalarissen in het vierde kwartaal scherp met 3,7 procent. Deze stijging werd toegeschreven aan het einde van seizoensgebonden werk, wat doorgaans de salaris gemiddelden eerder in het jaar naar beneden beïnvloedt. Belangrijke collectieve overeenkomsten in deze regio, zoals die voor Open Teelten (akkerbouw) en Uitzendkrachten ABU (tijdelijke werknemers), droegen bij aan de fluctuaties.
De gegevens onderstrepen de invloed van seizoenswerk op regionale salaris gemiddelden. “Het is opmerkelijk hoeveel seizoensgebonden werk het gemiddelde salaris in een provincie beïnvloedt,” merkte Van Spaendonck op.
Utrecht stond opnieuw bovenaan de lijst van hoogste regionale salarissen, met een mediaan van 3.556 euro per maand. Dit bedrag is 15,6 procent hoger dan het mediaansalaris van Zeeland, dat een van de laagste in het land blijft.
Tijdelijke werknemers onder de Uitzendkrachten ABU collectieve overeenkomst ervoeren de grootste loongroei in het vierde kwartaal, met een salarisstijging van 6,2 procent. Werknemers in de maritieme sector en railinfrastructuur zagen ook aanzienlijke stijgingen, met salarisverhogingen van respectievelijk 5,5 procent en 4,5 procent.
Op het niveau van functies registreerden supervisors de hoogste salarisverhogingen, met een stijging van 7,5 procent. Sociaal psychiatrische verpleegkundigen en kinderopvangmedewerkers volgden met salarisgroei van respectievelijk 4,0 procent en 3,9 procent.