Nederlandse Innovatoren Leiden in Kankertechnologie Patenten, Maar Ondervinden Groeiuitdagingen
Nederlandse uitvinders hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van technologieën voor de bestrijding van kanker, aldus het Europees Octrooibureau (EPO). Het land staat op de derde plaats binnen de Europese Unie en de vijfde plaats in Europa voor oncologie-gerelateerde patenten tussen 2010 en 2021. Gedurende deze periode zijn er meer dan 2.300 internationale octrooi-families gepubliceerd met Nederlandse oorsprong. Dit zijn verzamelingen van octrooiaanvragen die in meerdere landen zijn ingediend om dezelfde uitvinding te beschermen. Deze patenten omvatten een verscheidenheid aan innovaties die gericht zijn op het verbeteren van de behandeling, detectie en preventie van kanker.
Ondanks de sterke positie van Nederland in de octrooi-productie, staat het land op de negende plaats in Europa voor oncologie-gerelateerde start-ups, met 67 van dergelijke bedrijven—boven het EU-gemiddelde van 48,9 start-ups per land. Echter, net als veel Europese landen, ondervinden Nederlandse start-ups uitdagingen bij het opschalen van hun innovaties, volgens het EPO.
“De bloeiende oncologie-start-ups in Europa zijn een baken van hoop, maar zij hebben de juiste investeringen en ondersteuning nodig om hun uitvindingen op te schalen en uiteindelijk levens te redden,” zei António Campinos, president van het Europees Octrooibureau.
Het rapport benadrukt ook een tekort aan bijdragen van de publieke sector aan kankerinnovatie. Nederland staat bekend om het bieden van “relatief lage” bijdragen aan kankergerelateerd onderzoek via publieke onderzoeksinstellingen, wat aanzienlijk onder het EU-gemiddelde ligt.
Het EPO prees specifiek Agendia, een Nederlandse start-up opgericht in 2003 door wetenschappers Laura Johanna van’t Veer en René Bernards. Agendia ontwikkelde de MammaPrint-test, een genetische test die de kans op terugkeer van borstkanker berekent. “Deze test heeft de zorg voor borstkanker revolutionair veranderd,” aldus het EPO.