Nederlandse inflatie daalt naar 3,3 procent in januari
Leven was in januari gemiddeld 3,3 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar, zo meldt het CBS in een snelle schatting. De inflatie was daarmee lager dan de 4,1 procent in december vorig jaar. In vergelijking met de voorgaande maand daalden de consumentenprijzen in januari met 0,3 procent. Volgens het CBS is de snelle schatting gebaseerd op onvolledige gegevens. De definitieve inflatiecijfers voor januari worden op 13 februari gepubliceerd.
Vorige maand werd de inflatie voornamelijk veroorzaakt door de ontwikkeling van de prijzen van voedsel, dranken en tabak. Deze werden in januari 7 procent duurder, na een prijsstijging van 6,7 procent in december. De prijzen in de dienstensector stegen met 4,4 procent, na een stijging van 5,8 procent in december. Energie werd 1,4 procent goedkoper. In december stegen de energieprijzen met 1,5 procent. Dit cijfer is exclusief motorbrandstoffen.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese berekeningsmethode was vorige maand 2,9 procent, een daling ten opzichte van 3,9 procent in december. De Europese methode wijkt iets af van die van het CBS. De methode die binnen de Europese Unie is afgesproken om inflatie te meten, houdt geen rekening met de kosten van het wonen in je eigen huis.
Later vandaag publiceert het statistiekbureau Eurostat ook inflatiecijfers voor de eurozone. De inflatie in de eurozone was in december 2,4 procent. De Nederlandse inflatie ligt al geruime tijd boven het gemiddelde van de eurozone. Volgens het CBS komt dit vooral door prijsontwikkelingen van diensten en tabaksproducten.