Nederlands noodenergie-fonds beëindigd door gebrek aan particuliere financiering
De Nederlandse overheid zal volgend jaar haar tijdelijke noodenergiefonds stopzetten, omdat er onvoldoende financiële bijdragen van particuliere bedrijven, waaronder energieproviders en banken, zijn ontvangen. Staatssecretaris van Sociale Zaken Jurgen Nobel heeft de Tweede Kamer op donderdag geïnformeerd dat het fonds, dat lage-inkomenshuishoudens ondersteunde die worstelden met energiekosten, in 2025 niet zal worden verlengd, ondanks een reservering van 60 miljoen euro voor het programma.
Nobel verklaarde dat het Ministerie van Sociale Zaken “constructieve gesprekken” heeft gevoerd met particuliere bedrijven om blijvende financiering voor het fonds te waarborgen. “Alle partijen erkennen het belang van het helpen van huishoudens met hun energiekosten en het bereiken van structurele verlichting door middel van duurzaamheidsmaatregelen,” aldus Nobel. Echter, de gesprekken hebben niet geleid tot “voldoende gezamenlijke financiering,” die het programma in 2023 en 2024 ondersteunde.
De overheid heeft geconcludeerd dat er “onvoldoende juridische en financiële voorwaarden” zijn om het fonds in stand te houden. Nobel gaf aan dat alternatieve toepassingen voor de gereserveerde 60 miljoen euro worden onderzocht om op een of andere manier ondersteuning te bieden aan de getroffen huishoudens in 2025.
Het Noodfonds Energie, dat het programma beheerde, uitte diepe teleurstelling over de beslissing. “Het is zeer betreurenswaardig dat de 60 miljoen euro die gereserveerd is voor kwetsbare huishoudens niet kan worden ingezet zoals de afgelopen twee jaar,” zei de organisatie. “Wij waren bereid om deze hulp voort te zetten, en er stond ons niets in de weg om dat opnieuw te doen.”
Het fonds waarschuwde dat de zoektocht naar alternatieve financieringsoplossingen de hulp zou kunnen vertragen, waardoor worstelende huishoudens zonder directe ondersteuning komen te zitten. “Huishoudens hebben nu hulp nodig,” benadrukte een woordvoerder.
Energieproviders uitten ook spijt over het niet kunnen voortzetten van het programma. Eneco zei: “Ondanks de overeenkomst van vorig jaar dat armoedebestrijding een publieke verantwoordelijkheid is, niet een particuliere, hebben wij financiële bijdragen toegezegd. Helaas konden nieuwe afspraken niet worden afgerond.”
Eneco riep op tot hernieuwde inspanningen in de toekomst om energiediensten voor huishoudens met lage inkomens tot stand te brengen en drong er bij de overheid op aan de expertise die tijdens de operation van het fonds is ontwikkeld te behouden.
Vattenfall deelde vergelijkbare zorgen en beschreef de situatie als “zeer ongelukkig.” Een woordvoerder van het bedrijf merkte op dat energiebedrijven in 2023 en 2024 meer dan 50 miljoen euro bijdroegen aan het noodfonds, maar benadrukte dat blijvende samenwerking mislukte door onvoldoende publiek-private afspraken.