Nederlands kabinet trekt terug: Geen btw-verhoging op boeken, cultuur en sport
Verhoging van BTW op theaters, musea, boeken en sport in 2026 geschrapt
De verhoging van de BTW op theaters, musea, boeken en sport in 2026 is van de baan. Minister Eelco Heinen van Financiën heeft dit toegegeven tijdens een parlementair debat over het belastingplan van de regering. De oppositiepartijen dwongen het kabinet om terug te komen op de plannen. Zonder hun steun kan de regering haar belastingplan niet door de Senaat krijgen.
De verhoging van het BTW-tarief voor musea, boeken, theaters en sport van 9 procent naar 21 procent in 2026 was een onderdeel van het belastingplan. Deze maatregelen stuitten vanaf het begin op felle weerstand van de betrokken sectoren en de oppositiepartijen.
Op donderdag dienden de oppositiepartijen GroenLinks-PvdA, D66, CDA, ChristenUnie, SGP, en JA21 een gezamenlijke motie in waarin ze het kabinet oproepen om met een alternatief voor de BTW-verhoging te komen. Heinen gaf toe en stemde ermee in om de verhoging voor theaters, musea, boeken en sport te schrappen. Hij zal alternatieve inkomstenbronnen vinden voor de 1,2 miljard euro die de BTW-verhoging zou hebben opgebracht.
De verhoging van de BTW voor accommodaties en hotels blijft echter wel bestaan. Dit onderdeel van de BTW-verhoging gaat nog steeds door en viel niet onder de toezegging van Heinen aan de oppositie. De oppositiepartijen hebben aangegeven dat ze de toezegging “op papier” wilden hebben voor vanmiddag.
De regering staat onder tijdsdruk om haar belastingplan door de Tweede Kamer, de lagere kamer van het Nederlands parlement, te krijgen. Het belastingplan regelt het grootste deel van de inkomsten van de Staat, die nodig zijn voor haar uitgaven. Om ervoor te zorgen dat de Belastingdienst en accountants genoeg tijd hebben om de nieuwe belastingregels en -tarieven voor volgend jaar te regelen, moet het parlement vandaag over het belastingplan stemmen.
De Eerste Kamer, de Nederlandse Senaat, moet het belastingplan ook voor het einde van het jaar behandelen. De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB heeft geen meerderheid in de Eerste Kamer, waardoor ze bereid moet zijn om samen te werken met de oppositiepartijen.
