Nederland op de derde plaats in Europa voor gendergelijkheid
De Nederlanden behaalden de derde plaats voor gendergelijkheid onder de 27 landen van de Europese Unie. Zweden stond op de eerste plaats met een gemiddelde score van 82,0 volgens zes metrics van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE). Denemarken en Nederland scoorden beide 78,8, maar de ongewogen cijfers plaatsen Denemarken iets hoger, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Elke land wordt beoordeeld op gendergelijkheid met betrekking tot gezondheid, geld, werk, macht, kennis en tijd, waarna ze een score tussen 1 en 100 krijgen op basis van de resultaten. Het gemiddelde van de Europese Unie was 71,0. Roemeniƫ eindigde op de laatste plaats met een score van 57,5, iets slechter dan Hongarije met 57,8. Griekenland eindigde met een score van 59,3, wat resulteerde in de 25ste plaats.
De EIGE gebruikt de scores van de zes categorieĆ«n om zijn Gendergelijkheidsindex te creĆ«ren. āIn alle zes domeinen was de Nederlandse score in 2024 hoger dan het gemiddelde van de Europese Unie,ā aldus het CBS.
Nederland scoorde 93,4 voor gezondheid, inclusief waargenomen welzijn en levensverwachting, tegen een EU-gemiddelde van 88,6. Dit was de hoogste score die Nederland kreeg. De laagste score was voor kennis, met 70,3 tegenover een EU-gemiddelde van 64,2.
āBinnen dit domein worden het aandeel vrouwen en mannen met een hogere beroeps- of universitaire opleiding en het aandeel dat gedurende hun leven opleidingen en cursussen volgt, meegenomen in de beoordeling,ā zei het CBS. āNederland presteerde boven het gemiddelde op beide sub-indicatoren en stond in 2024 op de tweede plaats binnen de Europese Unie.ā
Het Nederlandse systeem scoorde echter iets onder het EU-gemiddelde op de sub-indicator van gendersegregatie binnen het onderwijs. Het CBS merkte op dat deze score beĆÆnvloed werd door de genderkeuzes voor opleidingen, waarbij werd benadrukt dat aanzienlijk meer vrouwen onderwijs en gezondheidszorg studeren in vergelijking met mannen.