Nederland doet nog te weinig om kinderen te beschermen tegen uitbuiting

Meer Bescherming Voor Kinderen Tegen Uitbuiting Nodig in Nederland

Volgens een nieuw rapport van het Centrum tegen Kinder- en Mensenhandel (CKM) moet Nederland meer doen om kinderen te beschermen tegen uitbuiting. Het onderzoek keek naar alle gesprekken met slachtoffers van mensenhandel die tussen 2019 en 2023 hebben plaatsgevonden op het anonieme chatplatform van Fier, een expertise- en behandelcentrum op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Gedurende deze periode hebben bijna 600 minderjarige slachtoffers van seksuele of criminele uitbuiting contact opgenomen via het chatplatform, meldt het CKM. Dit aantal is meer dan twee keer zo hoog als het aantal formeel geregistreerde slachtoffers in diezelfde periode.

“Het is onacceptabel dat hier niets in verandert,” zegt Shamir Ceuleers, hoofd van het CKM. “We kunnen dit niet als normaal beschouwen.” Veel van de slachtoffers op het chatplatform waren meer dan een jaar lang uitgebuit.

In het rapport herhaalt het CKM verschillende aanbevelingen die eerder zijn gedaan, maar volgens het centrum onvoldoende zijn opgevolgd. De overheid moet online platforms aanspreken in hun taak om seksuele uitbuiting te voorkomen of te stoppen. “Het is hoog tijd dat de Minister van Justitie en Veiligheid ingrijpt en wetgeving introduceert,” aldus Ceuleers.

Het is ook van groot belang om meer kennis en inzicht te verkrijgen in ouders als daders van uitbuiting. Tussen 2019 en 2023 toonden bijna 130 gesprekken aan dat het slachtoffer werd uitgebuit door een of beide ouders. Binnen de aanpak van mensenhandel blijft deze groep daders een “blinde vlek,” staat in het rapport.

Bovendien moet er een “gerichte strategie” worden ontwikkeld om klanten in de mensenhandel te vervolgen. Sinds 2022 zijn klanten strafbaar als zij hadden kunnen weten dat zij seks kochten van een slachtoffer van mensenhandel. Onderzoek van het CKM naar veroordeelde klanten toont echter aan dat hun vervolging door de politie en het Openbaar Ministerie vaak nog steeds als bijvangst wordt beschouwd. Het centrum beveelt daarom een vervolgonderzoek aan naar hoe de criminalisering wordt uitgevoerd.

Tenslotte laat het rapport zien dat de manier waarop mensen in eerste instantie reageren op slachtoffers die vertellen over hun situatie van uitbuiting “zeer bepalend” kan zijn voor het verdere traject van slachtoffers. Daarom is het CKM van mening dat er een studie moet worden uitgevoerd naar de betrokkenheid van de sociale omgeving van slachtoffers bij het organiseren van bescherming en zorg.