Nederland Biedt Beveiliging Voor OPCW Bezoek Aan Syrië
Veiligheid voor OPCW-bezoek aan Syrië door Nederland verzorgd
De Nederlandse regering heeft de beveiliging verzorgd voor een bezoek van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) aan de interim-regering van Syrië. Dit werd bevestigd door Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp en Minister van Defensie Ruben Brekelmans in een brief aan de Tweede Kamer. Daarnaast zal de Nederlandse overheid ook de beveiliging regelen voor toekomstige OPCW-bezoeken aan Syrië.
De interim-regering van Syrië vroeg om hulp van de OPCW bij het ontmantelen van de chemische wapens die zijn achtergelaten door de voormalige dictator Bashar al-Assad. De directeur-generaal van de OPCW, Fernando Arias, reisde afgelopen zaterdag naar Damascus om het proces met Syrische functionarissen te bespreken.
Tijdens zijn reis vanuit Beiroet en gedurende zijn verblijf in Damascus werd Arias beschermd door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB), een gespecialiseerde beveiligingseenheid van de Koninklijke Marechaussee. Dit team, gewapend en in burgerkleding, vergezelde hem te allen tijde. De ministers hebben niet onthuld hoeveel beveiligingspersoneel betrokken was bij de missie. De operatie werd goedgekeurd door zowel de Syrische als de Libanese regeringen.
Normaal gesproken is het gastland verantwoordelijk voor de beveiliging van OPCW-vertegenwoordigers. Echter, de interim-regering van Syrië heeft op dit moment niet de capaciteit om adequate bescherming te bieden, aangezien haar veiligheidsdiensten elders zijn ingezet vanwege de aanhoudende instabiliteit. Als gastland heeft Nederland de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van het bezoek op zich genomen.
Nederlandse functionarissen verwachten dat OPCW-vertegenwoordigers in de toekomst mogelijk vaker Syrië zullen moeten bezoeken. Indien dit het geval is, zal Nederland blijven zorgen voor de beveiliging, hoewel dit afhankelijk zal zijn van “verdere ontwikkelingen”, aldus de ministers.
De Nederlandse regering heeft de Tweede Kamer niet van tevoren geïnformeerd over de veiligheidsmissie, omdat de OPCW verzocht had om het bezoek vertrouwelijk te houden tot het was afgerond, uit veiligheidsoverwegingen. De ministers gaven ook aan dat de missie kort genoeg was, zodat het kabinet niet verplicht was goedkeuring te vragen via een Artikel 100-brief, wat normaal gesproken nodig is voor militaire inzet in het buitenland.