Moeder veroordeeld in koud zaak onderzoek naar dood van pasgeborene in 2006, krijgt 5 jaar gevangenisstraf
De Rechtbank in Arnhem heeft de 41-jarige Margot H. op woensdag veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf nadat zij schuldig was bevonden aan de moord op haar baby in januari 2006. Bij het uitspreken van het vonnis verklaarde de rechtbank dat de vrouw geweld had gebruikt om het leven van Sem Vijverberg te beëindigen, slechts 12 uur nadat hij was geboren. Vervolgens liet zij het lichaam achter in een meer in haar woonplaats Doetinchem. “Je kunt je geen gruwelijker en treuriger begin van een mensenleven voorstellen,” zei de voorzitter van de rechtbank die het vonnis in de rechtszaal voorlas.
Het jongetje kreeg zijn naam van de kinderen die het lichaam van de pasgeborene vonden in een bevroren gedeelte van het moerassige riet langs de oever. H. werd in september 2022 gearresteerd nadat de politie een tip had ontvangen door de uitgebreide media-aandacht voor deze cold case. DNA-onderzoek toonde aan dat H. de biologische moeder van de jongen was. Tijdens de rechtszaak twee weken geleden vertelde de moeder dat ze geen herinnering heeft aan de zwangerschap of de geboorte van de jongen. De rechtbank gelooft niet dat zij daadwerkelijk lijdt aan geheugenverlies en stelt in plaats daarvan dat het gaat om “gesimuleerd geheugenverlies.”
De verdachte toonde geen zichtbare emotie bij het horen van het vonnis. Haar advocaten, Petra Breukink en Brigitte Roodveldt, maakten onmiddellijk na het vonnis bekend dat zij in beroep gaan tegen de beslissing. “Het is een vonnis dat gebaseerd is op aannames,” reageerden zij. “Je kunt niet invullen wat er is gebeurd.” Volgens haar advocaten reageerde H. met verbijstering en shock na het vonnis.
Het Openbaar Ministerie (OM) had vier jaar gevangenisstraf aanbevolen voor een veroordeling wegens doodslag. Volgens het OM zijn er geen realistische alternatieve scenario’s die hebben geleid tot de dood van de baby. De rechtbank stemde in met deze uitspraak. De rechtbank legde H. een zwaardere straf op omdat de rechters van mening waren dat de aanbeveling van vier jaar geen recht deed aan de ernst van de misdaad. De rechtbank achtte het niet nodig om de periode van opsluiting te verkorten, ook al is het bijna 19 jaar geleden. “Het is de schuld van de verdachte dat zij pas nu de gevolgen van haar daden moet ondergaan,” aldus het vonnis. “Het bewijs tegen de vrouw vraagt om een verklaring van haar, maar deze bleef uit.”
Tijdens de rechtszaak werd duidelijk dat H. gedurende 10 jaar afspraken met de politie had afgezegd om redenen die niet altijd valide waren. Ze vertelde de politie eens dat ze in quarantaine was, terwijl ze in werkelijkheid nog naar haar werk ging. Dit is deels de reden dat de rechtbank haar wisselende verklaringen als onbetrouwbaar beschouwde en ook de reden dat de rechtbank niet gelooft dat zij lijdt aan geheugenverlies. “Het lijkt erop dat zij al wist dat zij de moeder van Sem was en dat zij wilde vermijden hierover met de politie te praten.”